Jaarrekening

Toelichting op de balans

Vaste schulden met rentetypische looptijd langer dan 1 jaar

Vaste Schulden € 1.294 mln.

Totaal-recapitulatie per balanspost

stand per
1-1-2021

toe- of afname

stand per
31-12-2021

Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen

          9.076

               -  

           9.076

Binnenlandse banken en overige financiële instellingen

  1.324.480

  -73.690

 1.250.790

Binnenlandse bedrijven

           2.135

             32

           2.167

Door derden belegde gelden

          7.990

     -2.429

            5.561

Waarborgsommen

           3.806

             65

           3.871

Overige leningen met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer

        23.466

      -1.213

         22.253

Totaal

1.370.953

-77.235

1.293.718

 
Leningen van binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen (€ 9,1)

Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen

stand per
1-1-2021

toename 

aflossingen

stand per
31-12-2021

rente last

te betalen rente
31-12-2021

Nationale Nederlanden Levensverzekeringsmij N.V

          9.076

               -  

                    -  

           9.076

612

589

Totaal

9.076

               -  

                    -  

9.076

612

589

In het verslagjaar is er niet afgelost. Wel is een bedrag aan rentelast verantwoord van € 0,6 mln.

Leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen ( € 1.250,8 mln.)

Binnenlandse banken en overige financiële instellingen

stand per
1-1-2021

toename 

aflossingen

stand per
31-12-2021

rente last

te betalen rente
31-12-2021

Bank Nederlandse Gemeenten

  1.324.480

        73.690

 1.250.790

25.183

9.960

Totaal

1.324.480

0

73.690

1.250.790

25.183

9.960

In het 2021 zijn er geen nieuwe leningen aangetrokken. De reguliere aflossingen bedragen € 73,7 mln. In het verslagjaar is er een rentelast verantwoord van € 25,2 mln. (2020 € 27,1 mln.)

Binnenlandse bedrijven  (€ 2,2 mln.)
Dit betreft een uitgestelde betaling voor de verworven grond Celeritas aan Ontwikkelingscombinatie Wateringseveld.  De toename van de lening € 0,03 mln.  betreft de bijschrijving van de rente.

Door derden belegde gelden (€ 5,6 mln.)
Het door derden belegd geld bestaat onder andere uit het saldo van de spaarpolissen met betrekking tot de overgenomen personeelshypotheekportefeuille (balanspost overige langlopende leningen). De omvang van de spaarpolissen bedraagt € 4,6 mln. In 2021 is € 0,3 mln. toegevoegd aan rente en is € 2,6 mln. terugbetaald. Daarnaast is er het SAS Spaardepot (Subsidie Achteraf Systeem voor woningonderhoud met een omvang van € 0,6 mln. Jaarlijks worden de ontvangen subsidiegelden op een rekening-courant (BNG) gestort. Vervolgens wordt het gehele bedrag na 12 jaar aan de cliënten uitgekeerd die hebben voldaan aan de in de verordening genoemde voorwaarden betreffende de plicht tot onderhoud van de woning (Woningwet). Het betreft dus een toekomstige subsidieschuld aan cliënten met recht op een subsidie voor onderhoud van woningen. In 2021 is een subsidiebedrag van € 0,231 mln. uitbetaald aan GKB cliënten, in het kader van de SAS regeling. Het saldo van de uitstaande SAS-subsidies is opgerent met € 0,013 mln.

Waarborgsommen (€ 3,9 mln.)
Op deze balanspost worden een aantal soorten waarborgsommen verantwoord:

Waarborgsommen bij grondreserveringsovereenkomsten (€2,6 mln.).
Het betalen van een waarborgsom wordt als alternatief op de bankgarantie verlangd bij het tekenen van de grondreserveringsovereenkomst. De gegadigde geeft hiermee zekerheid aan de gemeente om aan de inspanningsverplichting voor vergunningaanvraag en het betalen van de grondwaarde te gaan voldoen.  Het aantal waarborgsommen is per 31 december 2021 gelijk gebleven met 62 waarborgsommen, door 1 ontvangen waarborgsom en 1 terugbetaalde waarborgsom.

Waarborgsommen bij huur (€ 1,0 mln.)
Van een huurder wordt (in de meeste gevallen) contractueel om een bankgarantie gevraagd of een waarborgsom verlangd, die de gemeente per datum van de huurbeëindiging moet terugbetalen onder verrekening van eventueel nog openstaande vorderingen. De waarborgsom voor de huur van een pand wordt rechtstreeks via de CVDH of via de externe beheerders van bewoners geïnd. In 2021 is per saldo sprake van een  toename van € 0,084 mln.

Waarborgsommen marktkooplieden in verband met de standplaatsen op de nieuwe Haagse markt (€ 0,2 mln.). In 2021 is het saldo nagenoeg ongewijzigd gebleven.

Vooruitontvangen bedragen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer ( €22,3 mln.)
Op deze balanspost worden de vooruitontvangen canons verantwoord. Bij de Algemene Erfpachtbepalingen 1923 (tijdelijke erfpacht met een looptijd van 75 jaar) en Algemene Erfpachtbepalingen 1977 (voortdurende erfpacht met een tijdvak van 50 jaar) hadden de erfpachters de mogelijkheid om behoudens een bedrag van € 1,13 - (destijds fl. 2,50) per jaar voor de gehele of de resterende termijn van de canonverplichting ineens en vooruit te betalen door storting van de contante waarde daarvan. De rentevoet, naar welke de contante waarde is berekend, is die van het moment waarop het verzoek is binnengekomen. Alle vooruit ontvangen bedragen zitten in het Fonds Canons Ineens. Jaarlijks wordt de nominale canonverplichting in de exploitatie geboekt. Hiervoor wordt jaarlijks ten laste van de exploitatie en ten gunste van deze post rente gebracht. Voorts vallen bedragen vrij vanuit deze post vanwege de omzetting naar eeuwigdurende erfpacht.

Deze pagina is gebouwd op 10/31/2024 08:56:56 met de export van 10/31/2024 08:47:09