3.7 Inspraak en participatie
De raad heeft via schriftelijke vragen het college verzocht te rapporteren over de toepassing van de inspraak- en participatieverordening (RIS170138). Het college heeft in april 2013 bij de beantwoording van deze schriftelijke vragen (RIS256157) toegezegd om hierover jaarlijks te rapporteren in de programmarekening (RIS256157), omdat versterking van participatie in brede zin een speerpunt is. Het nieuwe college heeft van beleidsparticipatie een belangrijke prioriteit gemaakt. Bij elk beleidsvoorstel dat naar de gemeenteraad gaat is opgenomen of er sprake is (geweest) van een participatieproces en in welke vorm. In de programmarekening wordt jaarlijks (kwantitatief) gerapporteerd hoe vaak welk participatieniveau toegepast is.
Tabel per dienst met overzicht inspraak- en participatietrajecten 2021
Aantal inspraaktrajecten (N=) | 21 | ||||
---|---|---|---|---|---|
Totaal aantal participatietrajecten (N=) | 84 | Raadplegen | Adviseren | Coproduceren | Meebeslissen |
Waarvan participatieniveau (n/N) | 31 | 7 | 33 | 13 |
Toelichting op tabel: definitie inspraak en participatieniveau (op basis van inspraak- en participatieverordening 2012 (RIS 170138).
Inspraak | inspraakgerechtigden de mogelijkheid geven om hun mening over een gemeentelijk beleidsvoornemen kenbaar te maken |
---|---|
Raadplegen | het gelegenheid geven aan belanghebbenden en/of belangstellenden om ideeën, wensen en meningen naar voren te brengen of voorkeuren aan te geven die bij de beleidsvorming worden betrokken; |
Adviseren | het vragen aan belanghebbenden om binnen vooraf gestelde kaders een gezamenlijk antwoord te geven op een door een bestuursorgaan geformuleerde vraag |
Coproduceren | het door gemeente en belanghebbenden in gezamenlijk overleg ontwikkelen van een plan met inachtneming van vooraf meegegeven kaders |
Meebeslissen | het gelegenheid geven aan belanghebbenden om binnen een vooraf aangegeven kader een bindende keuze te maken uit ten minste twee alternatieven |
In vergelijking met 2020 zien we in 2021 een vergelijkbaar beeld in het totaal aantal inspraaktrajecten (22 in 2020 en 21 in 2021) en een participatietrajecten ( 76 in 2020 en 84 in 2021). In de voorgaande jaren waren dat meer trajecten. Dit wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de corona-maatregelen, waardoor fysieke bijeenkomsten niet goed mogelijk waren. Meer dan voorheen is gebruik gemaakt van bestaande en nieuw ontwikkelde digitale middelen.
Het niveau raadplegen (31) en c0-produceren (33) zijn de meest gebruikte participatietrajecten, adviseren heeft 7 maal plaatsgevonden en trajecten voor meebeslissen zijn in 2021 13 maal voorgekomen.
Voorbeelden van coproduceren zijn het convenant Bedrijventerrein ZKD, het voorontwerp Spuiplein, voorontwerp Badhuisstraat en de wijkagenda’s. Voorbeelden van meebeslissen zijn de wijkbudgetten, maar bijvoorbeeld ook bij het maken van het nieuwe beleidskader bewonersorganisaties.
Maar er gebeurt veel meer aan participatie. De hierboven genoemde getallen hebben betrekking op participatie in het kader van de geldende inspraak- en participatieverordening. Er wordt ook participatie georganiseerd bij trajecten in de openbare ruimte. De stadsdelen hebben met bewoners en ondernemers overleg over investeringen in welzijn en de leefomgeving. Aangezien het hier vaak om kleinere uitvoeringstrajecten gaat binnen bestaande budgetten, vindt geen besluitvorming in de raad plaats. Om deze reden vallen deze trajecten buiten het toepassingsgebied van de verordening en zijn ze ook niet in dit overzicht opgenomen.