Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
Uitzettingen met een rentetypische looptijd van korter dan één jaar (€ 567,7 mln.)
Totaal-recapitulatie per balanspost | Stand per | Stand per |
---|---|---|
Vorderingen op openbare lichamen | 137.755 | 158.472 |
Rekening courant verhoudingen niet financiële instellingen | 113.000 | 33.050 |
Overige vorderingen | 128.111 | 137.977 |
Overige uitzettingen | 188.850 | 162.809 |
Totaal | 567.716 | 492.308 |
2.2.1 Vorderingen op openbare lichamen ( € 137,8 mln.)
Onder de balanspost vorderingen op openbare lichamen wordt een grote verscheidenheid aan vorderingen verantwoord. De belangrijkste zijn:
Belastingdienst (€ 121,8 mln.)
Betreft voor een groot deel de verrekening met het BTW Compensatiefonds over 2021. Het bedrag van het BTW Compensatiefonds over 2021 wordt op 1 juli 2022 ontvangen.
Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) (€ 9,2 mln.)
Betreft voornamelijk vorderingen met betrekking tot facturen MRDH Tramlijn 1 voor € 6,8 mln. en reclame-opbrengsten abri’s voor € 2,5 mln.
2.2.3.a Rekening-courantverhouding met het Rijk
Per 31 december 2021 is € 113 mln. uitgezet bij de Schatkist tegen een rentepercentage van 0%. Dit is fors hoger dan de verhouding per jaareinde 2020 (zo’n € 80 mln. hoger) en hangt grotendeels samen met een stijging van het passiva saldo onder de balanspost 2.1.2 banksaldi onder de netto vlottende schulden.
Het drempelbedrag voor het verslagjaar 2021 was tot 1 juli 2021 € 7,914 mln., en vanaf 1 juli 2021 € 14,164 mln..
Kwartaalcijfer gemiddeld op dagbasis buiten ’s Rijks schatkist aangehouden middelen:
Kwartaal 1: € 1,591 mln.
Kwartaal 2: € 0,823 mln.
Kwartaal 3: € 0,577 mln.
Kwartaal 4: € 2,731 mln.
2.2.4 Overige vorderingen (€ 128,1 mln.)
Onder de balanspost overige vorderingen wordt een grote verscheidenheid aan vorderingen verantwoord. De belangrijkste zijn:
Bijstand en Sociale zekerheid (€ 22,3 mln.)
De openstaande vorderingen van alle aan de bijstand en overige sociale zekerheden gerelateerde regelingen is € 126,2 mln. De ervaring leert dat een deel van deze vorderingen nooit wordt terugontvangen. Dit oninbare deel is opgenomen in een voorziening en bedraagt € 103,9 mln.
Gemeentelijke belastingen (€ 44,2 mln.)
Dit betreffen opgelegde en nog op te leggen gemeentelijke belastingen (€ 57 mln.). Binnen de bovenvermelde debiteurenstand is rekening gehouden met een voorziening voor oninbare debiteuren. Deze voorziening is gevormd op basis van ervaringscijfers en een risico-inschatting per ultimo 2021. De voorziening bedraagt € 12,8 mln.. De vorderingen inzake gemeentelijke belastingen bestaan uit: afvalstoffenheffing, omgevingsvergunningen, onroerendezaakbelastingen, parkeerbelasting en rioolrechten.
Beleenrecht verpandingen pandhuis (€ 22,0 mln.)
Deze jaarrekeningpost werd in 2020 verantwoord onder de voorraden (zie ook de toelichting onder gereed product en handelsvoorraden.
Overige grote posten (€ 40,6 mln.)
Naast de hiervoor genoemde vorderingen zijn nog een aantal grote posten te benoemen, te weten:
Klant | Stand per |
---|---|
Vorm Ontwikkeling B.V. | 6.103 |
Grondexploitatiemaatschappij Vroondaal C.V. | 5.962 |
HTM Personenvervoer N.V. | 3.091 |
Beleggingsmaatschappij BOHA B.V. | 2.954 |
Binck Zuid B.V. | 2.647 |
Ado Den Haag N.V. | 2.430 |
ASR Utrecht Real Estate Investments Netherlands BV | 1.882 |
De Kijkduinse Ontwikkelingsmaatschappij B.V. | 1.100 |
Overige vorderingen | 13.431 |
Totaal | 39.600 |
2.2.5 Overige uitzettingen (€ 188,9 mln.)
Op deze balanspost staat de bijstortverplichting (collateral) die de gemeente heeft als gevolg van de derivaten contracten. De bijstortverplichting is het verschil tussen de nominale waarde en de marktwaarde van de afgesloten derivaten contracten per 31 december 2021 die de gemeente in depot bij de BNG heeft gestort met een rentevergoeding. De hoogte van deze bijstortverplichting fluctueert maandelijks. In geval van verkoop of ineffectiviteit van de derivaten leidt dit tot een exploitatieresultaat.