Jaarrekening

Toelichting baten en lasten op hoofdlijnen

4.4 Toelichting baten en lasten op hoofdlijnen

De analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en het overzicht van baten en lasten is in het jaarverslag opgenomen. Deze analyse is per programma opgenomen in de programmaverantwoording en maakt onderdeel uit van de jaarstukken.

In de programmarekening verantwoordt het college € 3,2 miljard aan baten en lasten. Na verrekening met de reserves resteert een rekeningresultaat van € 69,9 mln. voordelig.

(incl. toevoegingen en onttrekkingen, bedragen x € 1.000,-)

Begroting
2021 

Rekening 2021

Resultaat 2021

Programma

Saldo

Lasten

Baten

Saldo

01 - Gemeenteraad

9.250

N

8.958

37

8.921

N

329

V

02 - College en bestuur

7.763

N

7.258

54

7.204

N

559

V

03 - Duurzaamheid, milieu en energietransitie

38.379

N

127.673

91.376

36.297

N

2.082

V

04 - Openbare orde en veiligheid

63.839

N

85.509

21.651

63.859

N

20

N

05 - Cultuur en bibliotheek

121.392

N

125.402

6.295

119.108

N

2.285

V

06 - Onderwijs

94.634

N

165.349

71.254

94.095

N

539

V

07 - Werk en inkomen

224.503

N

702.278

505.731

196.547

N

27.955

V

08 - Zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid

528.025

N

679.638

167.409

512.229

N

15.796

V

09 - Buitenruimte

125.919

N

180.265

58.686

121.579

N

4.340

V

10 - Sport

51.032

N

62.807

18.882

43.926

N

7.106

V

11 - Economie

43.864

N

46.339

4.715

41.625

N

2.239

V

12 - Mobiliteit

1.740

N

71.058

71.914

855

V

2.595

V

13 - Stadsontwikkeling en wonen

75.509

N

138.691

100.646

38.045

N

37.464

V

14 - Stadsdelen, integratie en dienstverlening

108.000

N

124.445

13.956

110.489

N

2.488

N

15 - Financiën

1.802.004

V

284.495

2.062.610

1.778.115

V

23.889

N

16 - Overhead

308.157

N

318.931

3.812

315.119

N

6.962

N

Totaal

0

3.129.099

3.199.028

69.929

V

69.929

V

Het resultaat 2021 bedraagt € 69,9 mln. voordelig. Hieronder worden een aantal grote posten toegelicht. Een uitgebreide toelichting volgt onder het kopje “Toelichting per programma” en bij de programma’s zelf in hoofdstuk 2.

Den Haag behaalde in 2021 een voordeel ten opzichte van de begroting op de bijstandsverlening van € 20,3 mln. (programma 7 Werk en inkomen). Hieraan liggen twee effecten ten grondslag. Het aantal bijstandsuitkeringen is in 2021 met 5,3% gedaald van 24.751 naar 23.441. Vanwege corona was de gemeente bij de begroting  uitgegaan van een voorzichtig scenario met een stijging van 2,4%. De oorzaak van het verschil tussen het scenario bij de begroting en de realisatie is de effectiviteit en de lange duur van de steunmaatregelen van het Rijk die hebben voorkomen dat mensen hun baan verloren en/of in de bijstand terecht kwamen. Ook het Rijk hield aanvankelijk rekening met een extra instroom, waardoor de gemeente via de BUIG uitkering extra geld voor het betalen van bijstandslasten heeft ontvangen. Deze voordeel situatie is incidenteel en wordt via de BUIG systematiek “vanzelf” afgebouwd.

De gemeente ontving een hogere uitkering uit het gemeentefonds (programma 15 – Financiën). Dit komt doordat de gemeente bij de septembercirculaire 2021 (€ 11,3 mln.) en decembercirculaire 2021 (€ 24,7 mln.) geld heeft ontvangen voor zogenoemde taakmutaties. Een taakmutatie houdt in dat de gemeente incidenteel extra geld krijgt van het Rijk, waarvoor meer of nieuwe incidentele taken moeten worden uitgevoerd. Het geld is pas eind 2021 (ná de besluitvorming over de begroting) ontvangen voor taken die grotendeels in 2022 worden uitgevoerd. Het ontvangen van baten in 2021 voor lasten in 2022 geeft een vertekend beeld in de vorm van een incidenteel voordeel van € 34,4 mln. in 2021. De taken worden uitgevoerd in 2022, en worden dan alsnog betaald uit deze Rijksbijdrage.

Tot slot zien we op alle programma’s het beeld terug dat veel geplande activiteiten zijn vertraagd, niet zijn doorgegaan, of in beperkte mate hebben plaatsgevonden in 2021 vanwege de coronamaatregelen. Die maatregelen waren in 2021 dominant, driekwart van het jaar golden beperkende maatregelen en/of was sprake van een lockdown. Hierdoor zijn minder kosten gemaakt dan begroot, hetgeen een incidenteel voordeel oplevert in 2021. Een uitgebreide toelichting hiervan staat onder het kopje “Toelichting per programma” verderop in dit hoofdstuk.

Eveneens om deze reden traden faseringseffecten op bij de realisatie van diverse projecten op meerdere programma’s. Hierdoor zijn minder kosten gemaakt in 2021, wat een voordeel oplevert op desbetreffend programma (met name programma 11 - Economie (€ 2,6 mln.), programma 12 - Mobiliteit (€ 4,2 mln.) en programma 13 - Stadsontwikkeling en wonen (€ 32,0 mln.). Het grootste voorbeeld hiervan is het project Dreven Gaarden Zichten waarvoor besluitvorming in 2021 was voorzien. Uiteindelijk vond de besluitvorming over dit project begin 2022 plaats. Deze projecten worden betaald uit reserves (spaarpotjes) die de gemeente aanhoudt. Die reserves worden verantwoord onder programma 15 - Financiën. Omdat er minder kosten waren in 2021, wordt er ook minder geld uit de reserves gehaald ter dekking van deze kosten. Dit leidt tot een nadeel ten opzichte van de begroting op programma 15 - Financiën van € 42,2 mln.. Gemeentebreed is er geen voordeel of nadeel, dit geld blijft beschikbaar in de reserves, en wordt in 2022 alsnog aan desbetreffende projecten besteed.

Financiële situatie gemeente Den Haag

Het resultaat van 2021 (€ 69,9 mln. voordelig) lijkt fors, maar is vooral ontstaan door incidentele meevallers, waar onder werkzaamheden, activiteiten en uitgaven die vertraagd zijn vanwege Corona. Het geld is dus niet over omdat we te ruim zouden hebben geraamd.
Als we doorkijken naar de komende jaren zien we een aantal structurele uitdagingen. Het betreft drie grote thema’s die al meerdere jaren spelen, en ook de komende jaren zullen doorwerken. Dit zijn de ontwikkelingen bij de budgetten voor bijstandsverlening, de lasten voor jeugdhulp en zorg, en het gemeentefonds. Daarnaast zien we in de laatste maand van 2021 en de eerste maanden van 2022 sterk oplopende inflatiecijfers. Deze ontwikkelingen zijn onderwerpen waar alle gemeenten in meer- of mindere mate mee te maken hebben.

Bijstandsverlening
De gemeente Den Haag ondervindt sinds 2015 nadelige effecten van de systematiek en de rekenregels van de verdeling van de BUIG-middelen door het Rijk.
Er wordt structureel meer geld uitgegeven aan bijstandsuitkeringen dan wordt ontvangen aan rijksvergoeding hiervoor.
In 2021 € 381,3 mln. uitgegeven aan bijstandsuitkeringen (inclusief loonkostensubsidie). Hier stond een totale rijksvergoeding van € 370,9 mln. tegenover. Per saldo betaalde de gemeente in 2021 € 10,6 mln. aan bijstandsuitkeringen uit eigen middelen.

Daarom zijn tegen ieder verdeel- en vangnetbesluit van het Rijk juridische procedures gestart. Het Rijk heeft besloten om voor 2015 en 2016 een compensatie beschikbaar te stellen van € 22 mln. (RIS 309559).
Voor 2017 tot nu is geen compensatie beschikbaar gesteld. Hierdoor worden de juridische procedures tegen de verdeel- en vangnetbesluiten vanaf 2017 doorgezet. Tot op heden zijn na behandeling van het bezwaar de bezwaren van de gemeente Den Haag tegen de besluiten door het Rijk ongegrond verklaard en wordt bij de rechtbank in beroep gegaan. Inzet van de gemeente blijft om het gat tussen de rijksvergoeding en de werkelijke uitgave te minimaliseren.
Onder druk van gemeenten en de VNG wordt in opdracht van het Rijk een onderzoek uitgevoerd naar de werking van het verdeelmodel onder gemeenten. De resultaten van dit onderzoek worden eind 2022 verwacht.

Jeugdhulp en zorg
Toen in 2015 het kabinet de verantwoordelijkheid aan de gemeente overdroeg, is tegelijkertijd fors bezuinigd. De jeugdzorg is een open-einde-regeling, waardoor de gemeente verplicht is de jeugdzorg te verstrekken die nodig is. Verwijzingen voor de jeugdzorg worden niet alleen door de gemeente gedaan, maar ook door huisartsen, gecertificeerde instellingen (GI’s), rechters en medisch specialisten. Hierdoor is de mogelijkheid om te sturen op lasten beperkt.

Andersson Elffers Felix (AEF) heeft in 2020 in opdracht van het Rijk en de VNG een onderzoek uitgevoerd naar deze boeggolf. Hieruit blijkt dat gemeenten € 1,6 miljard tot € 1,8 miljard meer uitgeven aan jeugdzorg in 2019 dan dat ze aan middelen vanuit het Rijk hiervoor ontvangen. Ook de ingestelde commissie van wijzen kwam in haar arbitrage-uitspraak tot dezelfde conclusie als het AEF. Het tekort landelijk is structureel € 1,6 miljard.

De stijgende trend van de kosten voor tweedelijns jeugdhulp zet zich in 2021 voort. Na een stijging van deze kosten van 2019 naar 2020 (van € 120 mln. naar € 128 mln.) laat de realisatie over 2021 (€ 135 mln.) opnieuw een stijging zien ten opzichte van 2020 met 5,5%. Dit resulteert in een nadeel van € 15,1 mln., ondanks circa € 30 mln. extra rijksmiddelen.
In 2022 ontvangt de gemeente circa € 60 mln. extra rijksmiddelen, aflopend tot circa € 10 mln. structureel (circa € 30 mln. structureel als het rijk uiteindelijk toch de volledige reeks van de arbitragecommissie toekent).

Herverdeling Gemeentefonds
Het voorbereidende traject voor de herverdeling van het gemeentefonds is in 2019 ingezet. De
raad is hierover geïnformeerd (onder andere) RIS307769). Bij deze herverdeling dreigt voor de
gemeente Den Haag een korting die elk jaar oploopt met € 15 per inwoner, ofwel ca. € 8,3 mln.
voor heel Den Haag, die met ingang van 2023 wordt ingevoerd. De maximale korting is naar
huidige inzichten begrensd op € 20,6 mln. jaarlijks vanaf 2025. Uiterlijk in 2026 volgt een evaluatie van de
herverdeling.
Omdat in het regeerakkoord geen andere afspraken zijn gemaakt, gaat de gemeente er
vooralsnog vanuit dat de herverdeling met ingang van 2023 wordt ingevoerd. Bij de meicirculaire
gemeentefonds ontstaat hier waarschijnlijk meer duidelijkheid over.
De gemeente zet zich in dat de herverdeling niet op de nu door het Rijk voorgestelde wijze tot
uitvoering komt en dat nadelen voor de gemeente worden beperkt (meer aandacht voor
grootstedelijke kosten bij de herverdeling en een lagere maximale korting van de uitkering).
Hiernaast heeft de VNG in haar ledenvergadering van 13 januari 2022 uitgesproken dat het
voorliggende voorstel tot herverdeling eerst verbeterd moet worden om te komen tot een
uitlegbaar, transparant en robuust model. Dit signaal betekent dat zowel (de omvang van) de
herverdeling als de datum van invoering nog niet in beton is gegoten.

Toelichting per programma
Hieronder worden de grootste financiële resultaten toegelicht per programma. In hoofdstuk 2 treft u uitgebreid en per beleidsprogramma de realisatie van het beleid en de financiële uitkomst aan.

bedragen x € 1.000

FINANCIEEL RESULTAAT 2021 per programma

01 Gemeenteraad

329

V

09 - Buitenruimte

4.340

V

Onderhoudskosten

3.200

V

Markten

1.800

N

Vervanging en herinrichting projecten als investering

1.700

V

Exploitatie Groenbedrijf

900

N

Overig

329

V

Overig

2.140

V

02 - College en Bestuur

559

V

10 - Sport

7.106

V

Sport- en spelaccommodaties

4.651

V

Overig

559

V

Sportbeleid en activering

2.455

V

03 - Duurzaamheid, Milieu en Energietransitie

2.082

V

11 - Economie

2.239

V

Milieuzones

900

V

Promotie, Toerisme & Marketing

1.400

V

Energietransitie

1.200

V

Economische ontwikkeling en structuurversterking

700

V

Overig

18

N

Overig

139

V

04 - Openbare orde en Veiligheid

20

N

12 - Mobiliteit

2.595

V

Parkeerbaten

9.700

N

Verkeersprojecten

4.600

V

Projecten verbetering duurzame mobiliteit 

4.200

V

Parkeren op straat

2.000

V

Mobiliteitsfonds

2.000

V

Overig

20

N

Overig

505

N

05 - Cultuur en Bibliotheek

2.285

V

13 - Stadsontwikkeling en Wonen

37.464

V

Cultuur

1.400

V

Grondexploitaties

29.400

V

Musea 

800

V

Voorziening WOM Den Haag zuidwest

3.000

V

Stadsvernieuwing: vertraging projectuitvoering

2.700

V

Liquidatie WOM stationsbuurt

900

V

Overig

85

V

Overig

1.464

V

06 - Onderwijs

539

V

14 - Stadsdelen, Integratie en Dienstverlening

2.488

N

Kinderopvang

1.500

V

Burgerzaken

3.900

N

Stedelijk onderwijsbeleid en projecten

1.000

N

Stadsdeelbudget Leefbaarheid en bewonersparticipatie

1.500

N

Stadsdeelbudget Buurthuizen en ondersteuning vrijwilligers

1.400

V

Integratie en Burgerschap

1.100

V

Stadsdeelbudget Inrichting verkeer

800

N

Overig

39

V

Overig

1.212

V

07 - Werk en Inkomen

27.955

V

15 - Financiën

23.889

N

Bijstandsverlening en inkomensvoorziening 

20.300

V

Trend

5.400

N

Werkgelegenheidsprojecten

5.400

V

Verrekening concernreserves vertraging projecten

42.200

N

Minimabeleid

2.500

V

Gemeentefonds

28.600

V

Reclameopbrengsten

2.400

V

Toeristenbelasting

4.500

N

Erfpacht

4.200

N

Overig

245

N

Overig

1.411

V

08 - Zorg, Welzijn, Jeugd en Volksgezondheid

15.796

V

Overzicht Overhead

6.962

N

Maatwerkdienstverlening en geëscaleerde zorg 18-

15.100

N

Centrale bedrijfsvoering

5.479

N

Participatie, zorg en welzijn

10.000

V

Overhead primair proces

2.406

V

Beschermd wonen 

8.100

V

Ondersteuning bestuur en concernbedrijfsvoering

922

V

Maatschappelijke opvang 

4.900

N

WMO voorzieningen 

8.300

V

Jeugdgezondheidszorg en jeugdteams

3.300

V

Kinderbescherming en huiselijk geweld

2.900

V

Openbare gezondheidszorg en ambulancedienst

2.800

V

Overig

396

V

Totaal Gemeente Den Haag

69.929

V

Programma 1 Gemeenteraad
Het resultaat op het programma bestaat uit diverse kleine verschillen                         € 0,3 mln. V

Programma 2 College en Bestuur
Het resultaat op het programma bestaat uit diverse kleine verschillen                         € 0,6 mln. V

Programma 3 Duurzaamheid, Milieu en Energietransitie
Milieuzones                                                                                                                                      € 0,9 mln. V       
Er zijn minder subsidieaanvragen voor de omruilregeling ten behoeve van dieselauto’s, brommers en snorfietsen ingediend dan verwacht. Er werd rekening gehouden met extra aanvragen ten gevolge van de introductie van de milieuzone. De kosten voor de handhaving waren lager dan geraamd. Daarnaast is het geautomatiseerde deel van het handhavingssysteem nog niet volledig en definitief opgeleverd en dus nog niet volledig betaald.

Energietransitie                                                                                                                              € 1,2 mln. V
Veel projecten zijn conform planning verlopen, bij enkele projecten is echter sprake van een lange doorlooptijd. Afstemming met diverse partijen heeft langer geduurd in verband met WOM, Renteloze leningen voor woningverduurzaming of andere afwegingen bij betrokken partijen of kostten meer tijd dan vooraf verwacht. Aan Communicatie, Participatie en dienstverlening is minder uitgegeven dan verwacht vanwege veranderingen in de wijkaanpak.

Programma 4 Openbare orde en Veiligheid
Het resultaat op het programma is nihil                                                                                 € 0,0 mln. N

Programma 5 Kunst en Cultuur
Cultuur                                                                                                                                              € 1,4 mln. V
De gemeente heeft een voordeel van € 1,4 mln. Dit bestaat uit onderbesteding van € 0,7 mln. op de subsidieregeling herstelfonds, cultuurankers, makers, culturele projecten en Haagse kunst en cultuurprojecten. Door corona is er vertraging opgetreden in de uitvoering van de proeftuinen en ‘Zuidwest vertelt zijn verhaal’, ook is er minder vraag naar combinatiefunctionarissen en is er onderbesteding op de nota Cultuureducatie en de nota Broedplaatsen. Totaal gaat het om € 0,4 mln. Voor verbetering van de akoestiek van concordia was € 0,5 mln. gereserveerd, maar hier is maar € 0,1 mln. aan uitgegeven in 2021.

Musea                                                                                                                                                € 0,8 mln. V
Voor Musea is er een onderbesteding van € 0,8 mln. Het voordeel op de lasten wordt veroorzaakt door minder uitgaven van € 0,37 mln. voor overige activiteiten. Verder is er een voordeel door het niet aanwenden van een gereserveerd bedrag voor een rechtszaak € 0,18 mln. Ook waren er dit jaar minder uitgaven voor onderhoud € 0,25 mln.

Programma 6 Onderwijs
Kinderopvang                                                                                                                                 € 1,5  mln. V
Er is minder onderhoud uitgevoerd in de kinderopvanglocaties dan in het meerjarenonderhoudsplan was opgenomen en er is een positieve bijdrage uit rendabele panden. Het toezicht op de kinderopvang (dat wordt uitgevoerd door de GGD) kon door corona minder intensief plaatsvinden.

Stedelijk onderwijsbeleid en projecten                                                                                     € 1,0 mln. N
Het stedelijk onderwijs en projecten heeft een € 1,0 mln. Nadeel. Dit wordt in belangrijke mate veroorzaakt door het verstrekken van laptops in verband met corona € 0,8 mln. en meer subsidieverstrekking € 0,2 mln.

Programma 7 Werk en Inkomen
Bijstandsverlening en inkomensvoorziening (BUIG)                                                          € 20,3 mln. V
Voor de bijstandsverlening is een positief resultaat van € 20,3 mln. behaald. De bijstandsverlening wordt gefinancierd uit de BUIG. Dat staat voor: Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten.
De lasten voor bijstandsuitkeringen blijven € 13,9 mln. achter bij de begroting. De BUIG-baten zijn € 7,0 mln. hoger uitgevallen dan is begroot. Dat komt grotendeels omdat het Rijk het macrobudget heeft aangepast. Er was rekening gehouden met een forse extra instroom door corona.
Daarnaast is er een voordeel van € 3,4 mln. door een onderbesteding personeel en innovatiebudgetten en een nadeel van € 4,1 mln. door lagere onttrekking bestemmingsreserve IT.

Werkgelegenheidsprojecten                                                                                                        € 5,4 mln. V
De werkgelegenheidsprojecten sluiten met een voordelig resultaat van € 5,4 mln. De voornaamste redenen hiervoor zijn: het tijdelijk stilleggen vanwege lockdowns (9 maanden in 2021) van werkfit- en ontwikkeltrajecten gericht op re-integratie van doelgroepen die veel persoonlijke begeleiding vragen vanwege corona € 5,2 mln. voordeel. Minder plaatsingen bij werkgevers via STiP vanwege corona € 2,4 mln. voordeel. Tegemoetkomingen vanuit het Rijk voor de doelgroep beschut werk € 1,5 mln. voordeel. Overige voordelen € 2,6 mln. voordeel. En intensiveren Uitstroom Bijstand € 0,7 mln. voordeel.
Minder onttrekkingen uit reserves werkgelegenheidsprojecten en reserve STiP 2.0 om bovenstaande dienstverlening te betalen € 7,1 mln. nadeel.

Het betreft hier incidentele voordelen, die wegvallen als de lockdowns verdwijnen en de instroom van kandidaten weer op de normale niveaus komen als de NOW en de TOZO maatregelen worden afgebouwd.

Minimabeleid                                                                                                                                  € 2,5 mln. V
Het minimabeleid kent een voordeel van € 2,5 mln. voordeel. Dit wordt veroorzaakt door € 1,1 mln. voordeel op de Ooievaarspas door verminderd gebruik van activiteiten, met name theaterbezoek en speciaal georganiseerde dagtochten. Er zijn minder lasten € 0,5 mln. voordeel voor de collectieve ziektekostenverzekering. Met ingang van 2021 is de verzekering voor Haagse minima nu bij 1 verzekeraar aangeboden in plaats van twee. Niet alle minima hebben ervoor gekozen om deze overstap te maken. Daardoor is er minder afname en dus minder kosten. Daarnaast zijn er € 0,9 mln. minder uitgaven bij kinderopvang en subsidies.

Programma 8 Zorg, Welzijn, Jeugd en Volksgezondheid
Maatwerkdienstverlening en geëscaleerde zorg 18-                                                            € 15,1 mln. N
Er is een nadeel op gespecialiseerde jeugdhulp (inkoop via de gemeenschappelijke regeling Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden) van € 8,2 mln. Dit komt door zowel een volume effect (hogere aantallen en zwaardere zorg) als een prijseffect (prijsstijging 4,41%). Daarnaast is er een nadeel op de uitvoering van het Jeugdwetvervoer van € 3,2 mln. vanwege extra vervoersbewegingen. Ook is er een nadeel van € 2,9 mln. omdat er onterecht rekening is gehouden met een bijdrage van het Rijk voor omzetgarantie van jeugdhulpaanbieders. Dan zijn er nog € 1,0 mln. extra lasten voor de pilot onderwijs jeugdhulp arrangementen, waarmee in de oorspronkelijke begroting geen rekening is gehouden. Tenslotte zijn er een aantal kleine voor- en nadelen.

Participatie, zorg en welzijn                                                                                                       € 10,0 mln. V
Het voordeel is vooral te verklaren op voordelen op subsidiebudgetten van in totaal € 6,2 mln. Door de coronamaatregelen konden minder activiteiten uitgevoerd worden en vanwege de financiële onzekerheid is voorzichtig omgegaan met besteding van subsidiegeld, daarnaast zijn er minder aanvragen binnengekomen voor de subsidieregeling voor vrijwilligersinitiatieven. Ook is er nog een vrijval uit voorgaande jaren. Op het steunpakket sociaal en mentaal welbevinden is een voordeel van € 2,8 mln. In 2021 zijn hiervoor middelen ontvangen van het Rijk die niet allemaal in 2021 besteed konden worden. Van de toegankelijkheidsmiddelen is € 1 mln. niet besteed vanwege vertraging in de planning.

Beschermd wonen                                                                                                                          € 8,1 mln. V
Op subsidies Beschermd wonen is een voordeel van € 6,9 mln. gerealiseerd. Dat komt door vrijval subsidies oude jaren (€ 3,6 mln.) en onderbesteding op reguliere beleidsmiddelen door een tekort aan gekwalificeerd GGZ-personeel en vertraging bij het inwerken van nieuwe medewerkers door de coronamaatregelen (€ 3,3 mln.). Daarnaast is er een voordeel op de inkoop van individuele voorzieningen (MWA contract) bij Beschermd wonen van € 2,0 mln. vanwege een betere opzet van het nieuwe MWA-contract per 2020 en kostenbewust werken. Tenslotte is er een nadeel van € 0,8 mln. meer gebruik van het pgb beschermd wonen. Dit komt door een verschuiving van verlengde en toegekende voorzieningen van Maatschappelijke opvang naar Beschermd wonen.

Maatschappelijke opvang                                                                                                            € 4,9 mln. N
Er zijn door corona € 10,3 mln. aan lasten gerealiseerd. Dit bestaat uit hotelkosten, beveiligingskosten en aanvullende subsidies voor extra begeleiding. Daarnaast zijn er voordelen op de inkoop van individuele voorzieningen (MWA contract) van € 4,6 mln. Tenslotte is er nog € 0,8 mln. aan vrijval van subsidies uit voorgaande en een voordeel van € 0,2 mln. op regulier beleid vanwege additionele Rijksmiddelen voor de extra begeleiding van dak- en thuislozen.

Wmo voorzieningen                                                                                                                       € 8,3 mln. V
Het voordeel van € 8,3 mln. is vooral ontstaan door een betere opzet van het nieuwe maatwerkarrangement-contract per 2020 en het kostenbewust werken (€ 10,3 mln.). Vanwege minder ritten van de Taxibus door de coronamaatregelen is een voordeel van € 1,6 mln. ontstaan. Ook is er een voordeel op Hulpmiddelen vervoer ouderen en gehandicapten van € 1,6 mln. vanwege de specifieke aandacht voor toekenning op scootmobielen. Op de eigen bijdrage is een nadeel van € 0,8 mln. gerealiseerd. Daarnaast is bij het actualiseren van de begroting het effect van de overheveling van klanten naar de Wet langdurige zorg op de eigen bijdrage voor Beschermd wonen verkeerd ingeschat, wat leidt tot een nadeel van € 1,3 mln. Tenslotte is er een onttrekking aan de reserve verzachtingsgelden begroot die niet nodig was vanwege het positieve programmaresultaat (nadeel € 3,1 mln.).

Jeugdgezondheidszorg en jeugdteams                                                                                     € 3,3 mln. V
Er is een voordeel van € 2,5 mln. op preventief jeugdbeleid vanwege een onderbesteding op de subsidies (€ 1,3 mln.) en een onderbesteding op de coalitiemiddelen (€ 0,5 mln.) vanwege het niet kunnen uitvoeren van activiteiten vanwege corona. Ook is er nog een voordeel van € 0,5 mln. omdat de kosten van de opvang van jonge statushouders (JIT) ten laste zijn gekomen van Integratie. Daarnaast is er een nadeel op de jeugdteams van € 0,3 mln., vanwege de noodzakelijke extra inhuur van gezinscoaches. Tenslotte is er een voordeel van € 0,9 mln. op jeugdgezondheidszorg doordat activiteiten vanwege de coronamaatregelen en krapte op de arbeidsmarkt geen doorgang konden vinden. Het gaat onder meer om activiteiten voor kansrijke start en het verhogen van de vaccinatiegraad (rijksvaccinatieprogramma).

Kinderbescherming en huiselijk geweld                                                                                  € 2,9 mln. V
Op de activiteit Huiselijk geweld is een voordeel van € 2,4 mln. € 1,6 mln. hiervan betreft regionale middelen die waren bedoeld voor de 3 ontwikkelsporen. Dit is vanwege corona vertraagd.  Ook is er een voordeel op kinderbescherming van € 0,6 mln. door een verlaging van de gemeentelijke bijdrage 2021 aan Veilig Thuis. Tenslotte zijn er nog overige voor een nadelen op de gemeenschappelijke regeling Veilig thuis en de lokale taken van Veilig thuis.

Openbare gezondheidszorg en ambulancedienst                                                                  € 2,8 mln. V
Op ambulancevervoer is een voordeel van € 1,6 mln. vanwege een eenmalige afrekening vanuit Leaseplan met betrekking tot de lease van ambulances en een afrekening FLO 2020. Daarnaast is er een voordeel van € 0,9 mln. op de Gemeenschappelijke regeling GGD Haaglanden. Ook hier zijn bepaalde functies (secretaresses) als primair procesfuncties zijn begroot, maar sinds 2021 via classificering van het Haags Generiek Functiehuis als overhead worden geboekt (€ 0,5 mln.). Daarnaast zijn er reguliere taken niet doorgegaan vanwege corona (€ 0,4 mln.) Tenslotte is er een voordeel van € 0,4 mln. op openbare gezondheidszorg. Dit komt voornamelijk door een voordeel op de apparaatslasten van het daklozenloket.

Programma 9 buitenruimte
Onderhoudskosten                                                                                                                         € 3,2 mln. V
Vanwege latere levering van materialen, verstrekking van vergunningen, onderzoeken (o.a. ecologisch) en juridische procedures zijn projecten in 2021 niet/later gestart. Ook moest een contract opnieuw aanbesteed worden vanwege het terugtrekken van de aannemer. De onderhoudskosten aan infrastructurele werken en straten/wegen/pleinen vallen hierdoor lager uit, dat leidt tot een voordeel van € 3,2 mln.

Markten                                                                                                                                            € 1,8 mln. N
Er zijn lagere baten van huur als gevolg van de huurkorting (RIS303572) van € 0,2 mln. en sluiting van de markt van € 0,5 mln. (corona impact). Verder zijn er lagere baten marktgeld van € 1,1 mln. omdat er door corona minder vierkante meters zijn uitgegeven.

Vervanging en herinrichting projecten als investering                                                      € 1,7 mln. V
Door scopewijzigingen van enkele projecten komen de kosten boven de investeringsgrens van € 2,5 mln. en moet het geactiveerd worden. Als gevolg hiervan komen de kosten niet ten laste van de exploitatie en leidt dit tot een voordeel van € 1,7 mln.

Exploitatie Groenbedrijf                                                                                                              € 0,9 mln. N
Het exploitatieresultaat over 2021 valt nadelig uit. De belangrijkste oorzaken zijn: als gevolg van de vochtige weersomstandigheden in het groeiseizoen is meer onkruidbestrijding uitgevoerd. Vanwege krapte op de arbeidsmarkt en lagere productiviteit door langdurig verzuim is er personeel ingehuurd. Verder is in verband met de vertraging in het populierenvervangingsplan minder omzet gegenereerd. Daarnaast zijn de overige bedrijfsvoeringskosten (o.a. huisvesting, ICT) hoger uitgevallen.

Programma 10 Sport
Sport- en spelaccommodaties                                                                                                     € 4,7  mln. V
Vanwege de coronamaatregelen waren de zwembaden en sporthallen een deel van het jaar gesloten. De exploitatie van sportvoorzieningen viel in 2021 € 5,5 mln. nadelig uit. Er is echter van het rijk  € 4,2 mln. voor 2021 ter compensatie ontvangen. Daarnaast is € 3,2 mln. ontvangen ter compensatie van de verliezen in het voorafgaande jaar. Tevens is € 1,0 mln. vrijgevallen uit de SPUK voorziening 2020 na de afrekening met het rijk. Per saldo levert het bovenstaande een voordeel op van € 2,9 mln. op de exploitatie. Ook is er een voordeel van € 1,8 mln. op (gebruikers)onderhoud sportvoorzieningen vanwege uitstel en vertraging in onderhoud en o.a. hogere bijdragen van verenigingen, een nadeel van € 1,4 mln. met name voor een reservering voor dubieuze debiteuren, en een voordeel van € 1,3 mln. op het (eigenaren)onderhoud van het vastgoed.

Sportbeleid en activering                                                                                                             € 2,5  mln. V
De onderbesteding heeft voor € 0,7 mln. betrekking op de activiteiten die vanuit het sociaaleconomisch herstelplan en de regiodeal georganiseerd zouden worden. Door de coronabeperkingen zijn deze niet doorgegaan. Daarnaast is er onderbesteding van € 0,3 mln. bij verenigingsondersteuning, € 0,3 mln. op de investeringssubsidies en verduurzaming van accommodaties van sportverenigingen en € 0,9 mln. vanwege het niet kunnen uitvoeren van diverse activiteiten en subsidies. Tenslotte is er nog een voordeel van € 0,3 mln. op het apparaat vanwege het moeilijk invullen van vacatures.

Programma 11 Economie
Promotie, Toerisme & Marketing                                                                                              € 1,4 mln. V
Vanwege corona konden de meeste evenementen en congressen in 2021 niet doorgaan. Op basis van een handelingsperspectief zijn voorbereidingskosten vergoed aan de organisatoren, ook voor eventuele kosten voor aangepaste coronaproof plannen. Daarnaast is er een voordeel van € 0,25 mln. op de renovatiekosten van het binnenhof. Als gevolg van vertraging in de besluitvorming heeft de verbouwing vertraging opgelopen. 

Economische ontwikkeling en structuurversterking                                                            € 0,7 mln. V
Organisaties kunnen onder voorwaarden een tegemoetkoming krijgen in de vestigingskosten vanuit de gemeentebrede reserve internationaal en werving. Vanwege langdurige (internationale) besluitvormingsprocessen duurt het soms langer dan begroot voordat organisaties voldoen aan de voorwaarden van deze tegemoetkoming. Afgelopen jaar is daarom € 0,7 mln. nog niet besteed. Betaling volgt zodra de betreffende organisaties hebben voldaan aan de voorwaarden.

Programma 12 Mobiliteit
Parkeeropbrengsten                                                                                                                      € 9,7 mln. N
De inkomstenderving als gevolg van corona is uitgekomen op € 9,7 mln. Deze was geraamd op € 11,4 mln. Met name de impact van de maatregelen in het vierde kwartaal hebben een minder ingrijpend effect gehad op de parkeerbaten. Daarbij zijn de baten van de vergunningen aanzienlijk gestegen door hogere uitgifte.
Rijkscompensatie voor de lagere parkeerbaten wordt opgenomen in het programma 15 Financiën.

Verkeersprojecten                                                                                                                          € 4,6 mln. V
De uitvoering van diverse verkeersprojecten is onder andere vanwege planning later gestart waardoor de uitvoering en oplevering 2022 wordt afgerond. De belangrijkste afwijkingen zijn:
De parkeervoorziening sportpark Madestein en fietsenstalling Nieuwersluisstraat € 1,3 mln. en een aantal verkeersveiligheidsprojecten, zoals Ruychrocklaan, € 1,1 mln.
Er is budget beschikbaar gesteld voor twee betaalde P+R voorzieningen. Er is maar één voorziening actief (Hoornwijck), dit is een voordeel van € 0,7 mln.

Projecten verbetering duurzame mobiliteit                                                                            € 4,2 mln. V
Projecten die gefinancierd worden uit de concernreserve Verbetering duurzame mobiliteit zijn later of niet gestart. Soms was er een lange doorlooptijd door tekort aan personele capaciteit, integrale benadering, verschil in visie en veel interventies in de initiatieffase. Hiertegenover staat een lagere onttrekking aan de gemeentebrede reserve Duurzame mobiliteit op programma 15 Financiën.

Parkeren op straat                                                                                                                         € 2,0 mln. V
Op parkeren is een voordeel ontstaan door: lagere onderhoudskosten van de parkeerautomaten
(€ 0,6 mln.), minder uitbreidingen en aanpassing van gebieden (€ 0,4 mln.), lagere kosten Scheveningen (€ 0,2 mln.) en lagere kosten Interactive Voice Recognition (€ 0,1 mln.). Daarnaast is er minder besteed aan projecten rechtmatigheid en informatie gestuurd werken € 0,3 mln. Ook heeft gemeente minder betaald aan providers voor parkeeropbrengsten die via de app binnenkomen (€ 0,2 mln.). Tenslotte zijn de kosten voor het klantcontactcentrum € 0,2 mln. lager.

Mobiliteitsfonds                                                                                                                              € 2,0 mln. V
Door capaciteitstekorten kon de voorbereiding van een aantal projecten niet op tijd worden afgerond, zodat de realisatie doorschuift naar volgend jaar. Betreft onder andere: Bewegwijzering Scheveningen, Vaillantlaan, Park en Beach laakhavens, fietsenstalling buitenhof, Regentesselaan, Willem Alexanderweg, Sporendriehoek, Eisenhouwerlaan. De bewegwijzering ten behoeve van de fietsenstallingen inclusief gedragscampagne is wegens Corona doorgeschoven naar 2022.

Programma 13 Stadsontwikkeling en Wonen            
Grondexploitaties                                                                                                                          € 29,4 mln.  V
De onderbesteding wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het niet kunnen doteren van € 25,0 mln. aan de voorziening negatieve plannen voor de Dreven, Gaarden, Zichten, omdat het raadsbesluit niet in 2021 genomen kon worden.

Voorziening WOM Den Haag Zuidwest                                                                                  € 3,0 mln. V
De stand van de voorziening is gebaseerd op de initiële afspraken en onderhandelingen met Vestia over de (nieuwe) afrekenmethodiek. Op basis van de huidige afspraken en verdere uitwerking in de raamovereenkomst is voor 2021 de benodigde voorziening berekend op €8,5 mln. en valt €3,0 mln. vrij. Het resultaat op de verbonden partijen wordt via de resultaatsbestemming voorgesteld toe te voegen aan de Reserve Grondbedrijf.

Stadsvernieuwing: vertraging projectuitvoering                                                                € 2,7 mln. V
Dit voordeel is het gevolg van budgetten gereserveerd voor projecten onder Stadsvernieuwing die in 2020 niet tot besteding zijn gekomen. Projecten zijn vertraagd bijvoorbeeld door langer durende onderhandelingen.

Liquidatie WOM Stationsbuurt                                                                                                 € 0,9 mln. V
Door de liquidatie valt de voorziening verliescompensatie vrij en is een verkoopopbrengst gerealiseerd.

Programma 14 Stadsdelen, Integratie en Dienstverlening
Burgerzaken                                                                                                                                    € 3,9 mln. N
Het negatieve resultaat op burgerzaken wordt met name verklaard door:

·      De uiteindelijke corona gerelateerde meerkosten voor de Tweede kamer verkiezingen komen uit op € 2,8 mln. Deze kosten houden verband met aanvullende middelen en werkzaamheden, die nodig waren voor het corona-proof organiseren van de verkiezingen. Daarnaast zijn er ook extra kosten gemaakt in het kader van brief- en vroeg-stemmen.
·      Hogere ICT kosten (€ 0,4 mln.) in verband met het feit dat op het ogenblik nog een tweetal systemen naast elkaar draaien (Key2burgerzaken en Portaal burgerzaken). De verwachting is dat Portaal Burgerzaken in de loop van 2022 beschikbaar zal zijn, waarna Key2burgerzaken zal worden uitgefaseerd.
·      Het Callcenter 14070 (€ 0,5 mln.) had lagere doorbelastingen aan calls, hogere inhuurkosten en lagere vaste personeelskosten.
·      Bij de balies zijn meer corona gerelateerde kosten gemaakt (€ 0,4 mln.). Met het oog op het garanderen van een corona veilige werkplek enerzijds (verbouwing balies en plaatsen spatschermen) en de verwachte toenemende vraag aan producten in de 2de helft van 2021 en ruimte te bieden aan vast personeel om hun vakantie op te nemen (meer inhuur)

Stadsdeelbudget Leefbaarheid en bewonersparticipatie                                                    € 1,5 mln. N
Het resultaat wordt verklaard door vernieuwing van de participatie activiteiten in de stadsdelen en de start, ontwikkeling en uitvoering van de programma’s Wijkagenda en Haags Samenspel. En door hogere lasten in verband met Toekomst Scheveningen Badplaats (wordt gecorrigeerd) en de Regiodeal Zuidwest.

Stadsdeelbudget Buurthuizen en ondersteuning vrijwilligers                                          € 1,4 mln. V
Het resultaat wordt veroorzaakt door vertraging in de uitvoering van de verkenning van het eenvoudiger organiseren van het welzijnswerk in stadsdeel Centrum (RIS 310228). De herstructurering start begin 2022. Daarnaast door onderbesteding op diverse welzijnsactiviteiten, waaronder de subsidieregelingen impuls vrijwilligersinitiatieven Corona (RIS309350) en subsidieregeling welzijn voor innovatieve wijkgerichte initiatieven (RIS308223). En door onderbesteding op onderhoud van accommodaties van welzijnsinstellingen, voordeel op dekking rendabele kapitaalslasten en voordeel exploitatielasten.

Integratie en Burgerschap                                                                                                          € 1,1 mln. V
In het jaar 2021 zijn er minder activiteiten uitgevoerd en dus ook minder subsidies aangevraagd. Tevens is een extra bijdrage geleverd voor de statushouders.

Stadsdeelbudget Inrichting verkeer                                                                                          € 0,8 mln. N
Het nadelige resultaat vloeit voornamelijk voort uit de zorgplicht ten aanzien van het onderhoud aan verkeersborden en belijning waardoor het budget op dit programma ontoereikend is gebleken. En een incidenteel nadeel door aanvullende verkeersmaatregelen in verband met corona crowd control.

Programma 15 Financiën
Trend                                                                                                                                                 € 5,4 mln. N
Het gaat om een saldo van voor- en nadelen op onder andere loon- en prijsbijstelling, G4-programma financiële trainees, kapitaallasten, faseringsverschillen taakmutaties, organisatiekosten en vennootschapsbelasting en overige mutaties

Verrekening concernreserves vertraging projecten                                                            € 42,2 mln. N
Dit nadeel van € 42,2 mln. op de gemeentebrede reserves is het gevolg van lagere bestedingen bij andere programma’s. Het gaat met name om programma 11 Economie (€ 2,6 mln.), programma 12 Mobiliteit (€ 4,2 mln.) en 13 Stadsontwikkeling en wonen (€ 32,0 mln.). Deze nadelen maken onderdeel uit van de voordelen op de betreffende programma’s. Hierdoor is het resultaat gemeentebreed neutraal. De inhoudelijke toelichtingen zijn opgenomen in de betreffende beleidsprogramma's.

Gemeentefonds                                                                                                                                € 28,6 mln. V
Op taakmutaties uit de septembercirculaire 2021 heeft de gemeente € 11,3 mln. ontvangen, en uit de decembercirculaire 2021 € 24,7 mln. Van deze € 36,0 mln. is € 29,2 mln. gerelateerd aan corona. De taakmutaties zijn voor verscheidene activiteiten waaronder Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK), lokale cultuur en buurt- en dorpshuizen, continuïteit van zorg maatschappelijke opvang, versterken ondersteuning wijkteams.
Op grond van de verslaggevingsvoorschriften dient de gemeente de taakmutaties in 2021 als baat te verantwoorden. Deze circulaires konden niet meer in de begroting verwerkt worden en komen daarom nu tot uitdrukking als een positief resultaat. Dit deel van het positieve resultaat 2021 is grotendeels nodig om de extra lasten voor de taakmutaties te dekken.
Ook heeft de gemeente € 3,1 mln. ontvangen in verband met nacalculatie van de ‘Haagse aantallen’ van 2018, 2019 en 2020. Tot slot heeft Den Haag een lagere uitkering (€ 10,5 mln. N) ontvangen als gevolg van de ‘Haagse aantallen’ 2021. Het gemeentefonds bestaat uit ongeveer 60 verdeelmaatstaven. Als het aandeel van Den Haag daarvan kleiner wordt, of als de ‘ongunstige’ maatstaven in belang toenemen, dan leidt dat tot een lagere uitkering voor Den Haag.

Reclame opbrengsten                                                                                                                   € 2,4 mln. V
Er heeft een nabetaling plaatsgevonden vanuit de Metropoolregio Rotterdam Den Haag over de afdracht vanuit het reclame-contract over de jaren 2019 en 2020

Toeristenbelasting                                                                                                                         € 4,5 mln. N
De totale inkomstenderving voor 2021 als gevolg van corona bedraagt € 5,6 mln. (begroting € 13,6 minus realisatie € 8,0 mln.). Daarnaast is, na definitieve vaststelling van de aangiften over 2020,
€ 1.1 mln. meer aan baten gerealiseerd dan was begroot voor 2021.

Erfpacht                                                                                                                                            € 4,2 mln. N
Er is minder gekozen voor afkoop van de canonverplichting en ook bij de heruitgifte is de keuze voornamelijk gevallen op canonbetaling. Door de lagere marktrente daalt het canonpercentage. De gemeente ontvangt daardoor ook minder inkomsten uit canon. Dit leidt per saldo tot een nadeel op de baten van € 5,2 mln.. Hier tegenover staat een voordeel op de lasten van € 1,0 mln. door minder afboeking van boekwaarden erfpachtverplichtingen.

16 Overzicht Overhead
Centrale bedrijfsvoering                                                                                                              € 5,5 mln. N
In verband met corona zijn met name binnen de ambtelijke huisvesting extra kosten gemaakt om hybride werkvormen mogelijk te maken. Bovendien zijn extra kosten gemaakt om het thuiswerken van ambtenaren en bestuur verder te faciliteren. Verder was extra inhuur noodzakelijk op eigen ondersteunende afdelingen. De beoogde taakstelling van € 1,0 mln. op ambtelijke huisvesting (de ambtelijke kantoorhuisvesting zo optimaal mogelijk benutten) is niet gerealiseerd, omdat door de 1,5 meter-maatregel meer dienstverleningsruimte nodig was en als gevolg van de corona pandemie de markt voor kantoorpanden (tijdelijk) verslechterd was.
Daarnaast zijn in 2021 uitgaven gedaan in het kader van Masterplan IT (RIS305017). Een deel van die uitgaven (€ 3,0 mln.) is, in tegenstelling tot de eerdere inschatting, nu niet als investering te classificeren en moet op grond van verslaggevingsregels in de programmarekening 2021 worden verantwoord. Ook heeft een afwaardering van netwerkactiva (€ 2,3 mln.) plaatsgevonden omdat deze netwerkdiensten als integrale dienst van een externe leverancier afgenomen gaan worden.
Tot slot waren er lagere lasten (€ 3,2 mln. V) met name doordat door marktomstandigheden geplande leveringen en diensten door derden zijn uitgesteld en hogere baten (€ 1,2 mln.) door een aantal niet begrote detacheringen naar andere organisaties.

Overhead primair proces                                                                                                             € 2,4 mln. N
Er is extra ingehuurd op een aantal incidentele opgaven in het primair proces (€ 4,9 mln. N). Daarnaast is een voordeel van € 2,5 mln. ontstaan door de uitloop van een aanbesteding in de sociale werkvoorziening.

Ondersteuning bestuur en concernbedrijfsvoering                                                              € 0,9 mln. V
Bij concernbedrijfsvoering zijn voordelen ontstaan bij Communicatie en Financiën en Inkoop als gevolg van incidentele onderbezetting van de formatie.

Saldo financieringsfunctie
Het saldo van de financieringsfunctie bestaat uit:

  • de betaalde rentelast over de aangegane leningen en over de aangetrokken midden in rekeningcourant;
  • de ontvangen rentebaten over de uitzettingen;
  • rentebaten (negatieve rentelast) van de interne financiering van de materiële en financiële vaste activa;
  • financiering van kapitaalstortingen aan verbonden partijen;
  • dividenden van de verbonden partijen
  • administratiekosten van de personeelshypotheekportefeuille en beheerfee vermogensbeheerder van de obligaties (voorheen Fonds Uiver).

In de paragraaf financiering zijn de grootste resultaten toegelicht in onderdeel 2c Resultaat
rente/beleggingsresultaat.
Daarnaast zijn de renteonderdelen ook opgenomen in renteschema (onderdeel Interne financiering
paragraaf Financiering).

Specifieke onderdelen uit het BBV

Bedragen x € 1.000

Overzicht overhead

Begroting 2021
voor wijziging

Begroting 2021
na wijziging

Rekening 2021

Overhead

284.964

308.157

315.119

Dit onderdeel wordt nader toegelicht in het jaarverslag, onderdeel programmaverantwoording 2.16
Overzicht Overhead.

Bedragen x € 1.000

Vennootschapsbelasting

Begroting 2021
voor wijziging

Begroting 2021
na wijziging

Rekening 2021

Vennootschapsbelasting (VpB)

210

1.010

2.340

Dit onderdeel wordt nader toegelicht in het jaarverslag, onderdeel programmaverantwoording 2.12
Programma Mobiliteit en 2.15 Programma Financiën.

Bedragen x € 1.000

Gebruik onvoorzien

Begroting 2021
voor wijziging

Begroting 2021
na wijziging

Rekening 2021

Post onvoorzien

-22

-22

0

Dit onderdeel wordt nader toegelicht in het jaarverslag, onderdeel programmaverantwoording 2.15
Programma Financiën.

(bedragen x € 1 mln.)

Programma's

Rekening 2021

Begroting
2021

Resultaat
2021

Lasten

Baten 

Saldo 

Saldo 

Saldo 

Prog. 1 t/m 15

2.448,9

995,2

-1.453,7

-1.577,3

123,7

Totaal programma's  (excl. Dekkingsmiddelen, overige posten en reserves)

2.448,9

995,2

-1.453,7

-1.577,3

123,7

Algemene dekkingsmiddelen

12 - Mobiliteit 

0

68,5

68,5

77,6

-9,1

15 - Financiën

0

1.717,9

1.717,9

1.695,9

22,0

Totaal dekkingsmiddelen

0

1.786,5

1.786,5

1.773,6

12,9

Overige posten

Overzicht Overhead

318,9

3,8

-315,1

-308,2

-7,0

Vennootschapsbelasting

2,3

0,0

-2,3

-1,0

-1,3

Onvoorzien

0,0

0,0

0,0

0,02

-0,02

Totaal overige posten

321,3

3,8

-317,5

-309,1

-8,3

Saldo van lasten en baten

2.770,1

2.785,5

15,4

-112,9

128,3

Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

359,0

413,5

54,6

112,9

-58,4

Resultaat

3.129,1

3.199,0

69,9

0,0

69,9

Deze pagina is gebouwd op 01/18/2024 10:50:35 met de export van 01/18/2024 10:42:27