1.3 Effecten Coronacrisis 2021
De coronacrisis heeft in 2021 impact gehad op de begrotingsuitvoering van Den Haag. In het jaarverslag (hoofdstuk 2) worden per programma de beleidsmatige en financiële effecten van corona toegelicht.
Deze paragraaf is een aanvulling hierop. Hierbij worden de financiële effecten van corona vanuit gemeentebreed perspectief toegelicht. Eerst wordt stilgestaan bij de genomen stappen gedurende het afgelopen jaar en de financiële resultaten bij de jaarrekening. Daarna wordt vooruitgekeken naar de ontwikkelingen voor 2022.
De opbouw van de paragraaf is als volgt:
- Genomen maatregelen en financiële resultaten in 2021;
- stand coronareserves eindejaar 2021;
- vooruitkijken: risico’s en proces 2022.
Genomen maatregelen in 2021 en financiële resultaten 2021
In de P&C-cyclus van 2021 heeft de gemeente verschillende stappen gezet voor de financiële beheersing van de coronacrisis. Deze stappen worden toegelicht. Hierbij wordt afgesloten met de grootste financiële afwijkingen die blijken uit deze programmarekening.
Voorjaarsnota: vooruitblik effecten 2021
Bij de voorjaarsnota heeft een eerste financiële impactanalyse plaatsgevonden voor corona-effecten in 2021 (RIS308972). Uit de analyse kwam het inzicht dat bijna alle programma’s in 2021 worden geraakt door de crisis. Financieel was de verwachting dat compensatie van het Rijk, de sturing binnen de beleidsprogramma’s en dekking van de gemeentelijke buffer voor de coronaimpact voldoende zijn om de financiële effecten op te vangen. Er was geen actuele aanleiding om extra financiële stappen te zetten.
Begrotingsactualisatie: begroting bijstellen voor corona-effecten 2021.
Bij de actualisatie van de begroting van 2021 is deze bijgesteld op corona-effecten. De grootste bijstellingen betreffen de volgende:
- De lasten en kostendekkende rijksvergoeding voor de uitvoering van de Tijdelijke overbruggingsregeling voor zelfstandig ondernemers in 2021 (€ 78 mln.) zijn aan de begroting toegevoegd
- De lasten en kostendekkende rijksvergoedingen met betrekking tot het testen, traceren en vaccineren door de GGD in 2021 (€ 65 mln.) zijn aan de begroting toegevoegd.
- De tranches met rijksvergoedingen van december 20202 en mei 2021 van in totaal € 40 mln. zijn aan de beleidsprogramma’s toegevoegd. De vergoedingen zijn met name beschikbaar voor re-integratie voor mensen in de bijstand, (€ 12,9 mln.), ondersteuningspakket voor cultuur (€8,4 mln.), het steunpakket voor welzijn en levensstijl (€ 4,3 mln.) en crisisdienstverlening (€ 3,3 mln.).
- Met de ontvangen vergoedingen en door sturing binnen eigen middelen heeft de gemeente de nodige maatregelen kunnen treffen. Deze maatregelen hebben deels betrekking op toekomende jaren. De reserve Armoede, inkomen en werk (€ 30,5 mln.) is ingesteld om de nasleep van de coronacrisis in de periode 2022 t/m 2024 op te vangen.
- De gemeentelijke buffer impact coronacrisis is beschikbaar om effecten te vergoeden die niet kunnen worden opgevangen binnen het eigen beleidsprogramma en waarvoor geen rijksdekking beschikbaar is. Uit deze buffer is bij de begrotingsactualisatie € 7,4 mln. beschikbaar gesteld voor meerkosten afvalstoffenverwerking.
- Voor overige, kleinere effecten, is besloten deze niet in de begroting toe te kennen, maar op realisatiebasis na afsluiting van het jaar 2021. Zo blijft de buffer inzetbaar voor de onderdelen waar deze het hardste nodig is. De volgende spelregels zijn afgesproken (RIS 309850):
o het betreffende nadeel uit de impactanalyse 2021 is opgetreden (hierin wordt ook het toegekende bedrag voor huurkortingen begrepen zoals op 9 maart door het college besloten);
o het beleidsprogramma heeft in 2021 een negatief resultaat behaald en heeft geen ruimte op de programmareserve;
o voor PM-posten is de hoogte van de vergoeding nader vast te stellen.
- Het sociaal-economisch herstelplan is in uitvoering in 2021. Uit de centrale reserve is in 2021 € 6,1 mln. ingezet voor met name de uitvoering Binnenstad gastvrij, Regiodeal Zuidwest, Leefbaarheid en bewonersparticipatiebudget, Subsidieregeling jongeren, Stageplaatsen leerbanen en praktijkopdrachten en Kansengelijkheid onderwijs.
Najaar 2021: 8-maandsrapportage
Bij de 8-maandsrapportage (RIS310080) is de financiële impactanalyse voor corona in 2021 geactualiseerd op basis van de actuele begroting en de nieuwste inzichten. Hieruit bleek dat de gemeentelijke buffer impact coronacrisis van voldoende omvang is om mogelijke coronanadelen (- € 19,5 mln.) ten opzichte van de begroting op te kunnen vangen. De rapportage gaf geen aanleiding voor aanvullende maatregelen.
Jaarrekening 2021: resultaten
In het jaarverslag (hoofdstuk 2) worden de behaalde beleidsmatige en financiële resultaten per programma toegelicht. Daarbij wordt voor elk programma ook onderscheiden welk deel van het jaarrekeningresultaat samenhangt met corona-effecten. Gemeentebreed zijn de volgende vier effecten zichtbaar:
- De gemeente heeft lagere inkomsten gerealiseerd als gevolg van corona. De grootste nadelen zijn de op parkeerinkomsten (- € 9,6 mln.) en toeristenbelasting (- € 5,6 mln.). De gemeente verwacht compensatie van het Rijk in 2022. De hoogte van de compensatie is nog niet bekend.
- De gemeente heeft, na het opstellen van de begroting, coronacompensatie ontvangen ter hoogte van € 29,2 mln. Omdat dit nog niet was begroot, geeft dit een voordeel (zichtbaar op programma financiën). De grootste toekenningen uit dit bedrag zijn voor: uitvoering regeling TONK (€ 9,6 mln.), maatschappelijke opvang: (€ 6,9 mln), compensatie inkomstendervingen 2020 (€ 5,5 mln.) en ondersteuning Cultuur en cultuuraanbod: € 3,8 mln. Deze dekking wordt in 2022 aan de programma’s toebedeeld.
- Op diverse programma’s hebben begrote activiteiten en maatregelen deels of geen doorgang kunnen vinden. Dit hangt mede samen met de beperkende coronamaatregelen. Dit heeft geleid tot onderuitputting.
- Op een tweetal programma’s hangt een omvangrijk negatief programmaresultaat direct samen met corona-effecten. Het nadeel op programma 14: Stadsdelen, integratie en verkiezingen van € 2,8 mln. is vooral het effect van het coronaproof organiseren van verkiezingen en het nadeel op programma overhead hangt voor € 3,7 mln. samen met de extra kosten voor ambtelijke huisvesting (hybride werkvormen), thuiswerken en ondersteuning als gevolg van corona.
Stand coronareserves
De gemeente heeft drie reserves ingesteld die specifiek samenhangen met corona. De status per eindejaar 2021 is als volgt:
Reserve Armoede, inkomen en werk
De reserve Armoede, inkomen en werk is ingesteld om de nasleep van de coronacrisis in de periode t/m 2024 op te vangen. De reserve kent een omvang van € 30,5 mln. en inzet is begroot vanaf 2022 tot en met 2024.
Reserve Sociaal Economisch Herstelplan
In het najaar van 2020 heeft het college het sociaaleconomisch herstelplan voor Den Haag gepresenteerd. Met de onderliggende plannen wil het college bijdragen aan een directe, positieve impact op de stad. Tegelijk wordt voorgesorteerd op de lange termijn met inzet op de ambities van en voor de stad en regio. Over de voortgang van het sociaaleconomisch herstelplan is en wordt de raad periodiek geïnformeerd (voortgangsrapportage najaar 2021: RIS 310474). In 2021 is deze reserve voor € 6,1 mln. ingezet voor de onderliggende plannen. Er resteert nog € 11,4 mln. voor uitvoering van de plannen in de komende periode.
Reserve Buffer Impact Coronacrisis
De reserve buffer impact coronacrisis betreft per eindejaar 2021: € 15,6 mln. Aan de reserve wordt nog € 5,5 mln. toegevoegd voor recent ontvangen compensatie voor lagere inkomsten in 2020. De beschikbare dekking bedraagt na deze stap: € 21,1 mln.
Bij het raadsvoorstel resultaatbestemming wordt voorgesteld de reserve in te zetten voor compensatie van de programma’s die een negatief resultaat als gevolg van corona hebben behaald. Deze systematiek van compensatie op realisatiebasis is afgesproken in de begroting (zie de tekst over de begrotingsactualisatie).
Restantdekking na deze stap blijft beschikbaar voor coronanadelen en risico’s in de komende periode.
Zie het voorstel resultaatbestemming voor een actueel beeld van de inzet van deze reserve en de dekking die resteert voor toekomstige nadelen en risico’s.
Vooruitkijken: proces 2022 en ontwikkeling risico’s
Voor 2022 en verder verwacht de gemeente, op basis van de huidige inzichten, dat het zwaartepunt van de coronacrisis verschuift van directe maatregelen naar de omgang met corona op langere termijn en de noodzakelijke herstelmaatregelen. Denk hierbij aan de gevolgen van uitgestelde zorg, GGZ-problematiek, leerachterstanden en de mogelijke ontwikkeling van werkloosheid met het vervallen van de vangnetregeling. De gemeente zet breed in op herstelmaatregelen als onderdeel van de vastgestelde begroting 2022-2025.
Het verloop van de pandemie blijft onzeker. Het vervallen van bijna alle beperkte maatregelen van overheidswege per 23 maart biedt perspectief, maar biedt geen garanties. Het is mogelijk dat nieuwe virusvarianten tot nieuwe beperkingen leiden. Hierbij zien we dat de samenleving beter is voorbereid op maatregelen dan in de beginperiode van de crisis. Zo benoemt het Centraal Planbureau (CEP 2022) dat de impact van de lockdowns op de macro-economie afneemt: de groeivertraging is beperkter en herstel treedt steeds snel op. Anderzijds zal de financiële compensatie vanuit het Rijk bij beperkende maatregelen op termijn afnemen. In de kamerbrief van 8 februari 2022 (Korte termijn aanpak Covid-19 en doorkijk lange termijn) constateert de minister van VWS dat in het licht dat we op langere termijn met corona zullen moeten leven, de huidige generieke steun voor deze langere termijn niet houdbaar is.
Met de reserves Buffer Impact Coronacrisis, Sociaal Economisch Herstelplan en Armoede, Inkomen en Werk beschikt de gemeente over dekking om risico’s op te vangen en herstelmaatregelen uit te voeren. Hiernaast is in de paragraaf weerstandsvermogen een risico opgenomen met betrekking tot corona.