Jaarrekening

Waarderingsgrondslagen

4.1 Waarderingsgrondslagen

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Inleiding
De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in:

·      het Besluit Begroting en Verantwoording voor provincies en gemeenten (BBV),
·      de Algemene verordening Financieel Beheer en Beleid (RIS300591),
·      het Uitvoeringsbesluit Financieel beheer en beleid 2019 (RIS300590),
·      De Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) samen met de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (RUDDO),
·      de Verordening Beheersregels Grondexploitaties en Strategisch Bezit, gemeente Den Haag 2018 (RIS 298629), en

·      de (Addendum) kadernota rechtmatigheid 2021.

Voor de waardering van het gemeentelijk vastgoed is de concernrichtlijn ‘Waardering vastgoed’ en de richtlijn Om- en herlabeling gemeentelijk vastgoed van toepassing.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het betreffende balanshoofd anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld.

De algemene uitkering wordt opgenomen conform de in het laatst gepubliceerde accresmededeling, die doorgaans is opgenomen in de september circulaire van het boekjaar.

Meerjarige investeringsbudgetten

Afwijkingen van de begroting -exploitatie & investeringen, beleidsmatig en/of financieel- zijn geautoriseerd door de raad. Hiermee is toestemming gevraagd voor het te realiseren beleid en voor de besteding van het benodigde bedrag. Conform artikel 28 BBV zijn overschrijdingen (en onderschrijdingen) goed herkenbaar in de jaarrekening opgenomen en toegelicht.

Het CAK is verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen op grond van de WMO die het CAK int voor de gemeente. Op grond van de kadernota Rechtmatigheid melden wij: “Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeenten geen zekerheden over de omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden en overlopende verlofaanspraken.

Vergelijkende cijfers
Bij de jaarrekeningposten van de materiële vaste activa, voorraad, het eigen vermogen, de voorzieningen en overlopende passiva en activa is een toelichting opgenomen voor het inzicht in de wijziging en het effect hiervan van op de vergelijkende cijfers.

Balans

Vaste Activa

Immateriële vaste activa

Algemeen
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs c.q.  vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. Eventuele van derden specifieke investeringsbijdragen worden in mindering gebracht op het geactiveerde bedrag.

Kosten van onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief
Aan het activeren van kosten van onderzoek en ontwikkelingen zijn voorwaarden verbonden. Voor de voorbereidingskosten voor toekomstige grondexploitaties geldt dat er een bestuurlijk- en raadsbesluit is over het project inclusief een financiële haalbaarheidsanalyse, een risicoanalyse en moet er een concrete en realistische dekkingsbron zijn. Bij actief grondbeleid moet aannemelijk zijn dat het project binnen 2 jaar operationeel wordt verklaard. Bij faciliterend grondbeleid moet met grote zekerheid aannemelijk worden gemaakt dat binnen 4 jaar de exploitatiebijdrage wordt voldaan, bij de vergunningaanvraag of via een anterieure overeenkomst.
De voorbereidingskosten moeten passen binnen de kostensoortenlijst BRO (Besluit ruimtelijke ordening). 
Op kosten van onderzoek en ontwikkeling van voorgenomen grondexploitaties wordt niet afgeschreven

Materiële vaste activa

Algemeen
Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. In erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. In dit geval is de uitgifteprijs van eerste uitgifte gedefinieerd als verkrijgingsprijs.  Gronden in eeuwigdurende erfpacht zijn gewaardeerd tegen registratiewaarde.

De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak die aan de vervaardiging van het actief worden toegerekend; in dat geval vermeldt de toelichting dat deze kosten worden geactiveerd.

De ontvangen investeringsbijdragen van derden zijn in één keer in mindering gebracht op de activering.

De Centrale Vastgoedorganisatie Den Haag (CVDH) beheert het gemeentelijk vastgoed. Voor de waardering van het gemeentelijk vastgoed wordt jaarlijks de waarde van het vastgoed onderzocht. Op basis van deze analyse kan een extra afwaardering plaatsvinden. Voor de aankoop, bouw, functiewijzigingen en verkoop van vastgoed is de richtlijn Om- en herlabeling gemeentelijk vastgoed van toepassing. Deze richtlijn is gebaseerd op artikel 1:2 lid 2 van het uitvoeringsbesluit financieel beheer en beleid 2019.

Als de boekwaarde van een vastgoedobject, dat onder de labels commercieel vastgoed, bijzonder vastgoed en ontwikkelingsvastgoed valt, duurzaam onder de marktwaarde ligt, wordt het vastgoedobject afgewaardeerd naar de lagere marktwaarde. Een afwaardering wordt verwerkt als het verschil tussen marktwaarde en boekwaarde 10 procent van de boekwaarde betreft en groter is dan € 100.000. Als het verschil kleiner is, wordt de afwaardering niet doorgevoerd, tenzij er een voornemen tot verkoop bestaat. In dat geval geldt altijd de lagere marktwaarde zonder toepassing van de norm voor afwijking van 10% en € 100.000.

Bij een duurzame waardevermindering als gevolg van verandering van de bestemming van het actief, zijn de desbetreffende materiële vaste activa tegen de lagere waarde gewaardeerd.

Afwaardering als gevolg van een duurzame waardevermindering is niet aan de orde bij vastgoed met een maatschappelijke functie. Hierbij is verondersteld dat de structurele dekking van de exploitatie van het vastgoed met een maatschappelijke functie in de (meerjaren)begroting is voorzien.

Vastgoed waarvoor per balansdatum een stellig voornemen tot verkoop bestaat, wordt gewaardeerd tegen de boekwaarde of als de verwachte verkoopprijs (marktwaarde) lager ligt tegen deze lager marktwaarde, ongeacht het label waartoe het behoort en ongeacht de omvang van de afwaardering. Afwaarderingen van vastgoed waarvoor een stellig voornemen tot verkoop bestaat zijn ten laste van het concernresultaat gebracht, uitgezonderd omvangrijke vastgoedtransacties als gevolg van een beleidswijzing.

Een actief dat buiten gebruik wordt gesteld wordt afgewaardeerd op het moment van buiten gebruikstelling,indien de restwaarde lager is dan de boekwaarde.

Investeringen met economisch nut en investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Investeringen met een meerjarig economisch nut worden slechts geactiveerd vanaf een bruto investeringsbedrag van € 50.000 per stuk , met uitzondering van werkzaamheden aan vastgoed en sportaccommodaties. Hiervoor geldt een activeringsgrens van € 100.000 (voor de totale projectkosten).

Riolering
De gemeente heeft haar beleid tot en met 2021 vastgelegd in het gemeentelijk Rioleringsplan (GRP)
2021 – 2025 (RIS306620). Uitgangspunt is een kostendekkende exploitatie. Over de gehele GRP-periode zijn de begrote bestedingen aan beheer, investeringen en onderhoud gelijk aan de in rekening te brengen rioolrechten.

Uitbreidingsinvesteringen in het rioleringsstelsel worden in beginsel ten laste van de grondexploitatie gebracht. De bestedingen voor onderhoud en voor vervangingsinvesteringen (waaronder pompinstallaties en gemalen) worden verantwoord onder de materiële vaste activa met economisch nut waarvoor ter bestrijding een heffing kan worden geheven. De ontvangen rioolrechten worden via de Egalisatievoorziening Riolering en na aftrek van de exploitatielasten (voor beheer, klein onderhoud en eventuele rentelasten) als bijdragen van derden in mindering gebracht op de geactiveerde vervangingsinvesteringen opdat uiteindelijk de boekwaarde nihil wordt en geen afschrijvingen noodzakelijk zijn. Alleen indien de investeringen in enig jaar de ontvangen rioolrechten overtreffen en de egalisatievoorziening niet toereikend is wordt het meerdere geactiveerd en verantwoord onder de materiële vaste activa met economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden net als investeringen in economisch nut gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Investeringen met een maatschappelijk nut met een bruto investeringsbedrag (het gemeentelijk aandeel plus de bijdragen derden) van € 2.500.000  en lager worden niet geactiveerd, maar worden in één keer rechtstreeks ten laste van de exploitatierekening gebracht.

Afschrijvingen
De eerste afschrijving vindt op lineaire wijze plaats in het jaar volgend op de ingebruikname van de investering, met uitzondering van ambulances. Hiervoor vindt afschrijving plaats in de maand volgend op ingebruikname. Op activa in ontwikkeling en gronden wordt niet afgeschreven.
Voor investeringen met een economisch nut en economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven hanteert de gemeente de volgende afschrijvingstermijnen, die in beginsel zijn gebaseerd op de verwachte toekomstige gebruiksduur.

Gehanteerde afschrijvingstermijnen investeringen economisch nut en investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven:

Afschrijvings-
 duur in jaren

Soort activa

Code

Omschrijving

50

Stadhuis-/bibliotheekcomplex *

A123

Bedrijfsgebouwen

40

Nieuwbouw gebouwen (permanent)

DIV

Diversen

Rioleringen

A124

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

30

Gebouwen deel Haagse Markt**

A123

Bedrijfsgebouwen

25

Sportterreinen

A121

Gronden en terreinen

Renovatie gebouwen

A129

Overig MVA

Restauratie monumenten

A129

Overig MVA

Aankoop gebouwen

DIV

Diversen

Glasvezelkabels

A129

Overig MVA

20

Parkeerterreinen

A121

Gronden en terreinen

Betonnen bakken voor Orac's

A129

Overig MVA

Verduurzamingsmaatregelen van de gemeentelijke portefeuille

A129

Overig MVA

15

Technische installaties in gebouwen:

- electrische voorzieningen

A126

Machines, apparaten en installaties

- verwarming

A126

Machines, apparaten en installaties

- liften

A126

Machines, apparaten en installaties

- machines

A126

Machines, apparaten en installaties

10

(Brandveiligheid)voorzieningen aan gebouwen

A129

Overig MVA

Energiebesparende maatregelen in gebouwen

A129

Overig MVA

Kunstopdrachten

A129

Overig MVA

Telefooninstallaties

A126

Machines, apparaten en installaties

Kantoormeubilair (nieuwe inrichting)

A129

Overig MVA

Aanleg terreinwerken (semi-permanent of tijdelijk)

A124

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

Nieuwbouw gebouwen (semi-permanent,tijdelijk of verplaatsbaar)

A129

Overig MVA

Groot onderhoud aan gebouwen (mits levensduur verlengend)

A129

Overig MVA

Stalen bakken voor Orac's)

A129

Overig MVA

Sportaccommodaties

DIV

Diversen

5

Zware transportmiddelen

A125

Vervoermiddelen

Aanhangwagens

A125

Vervoermiddelen

Schuiten

A125

Vervoermiddelen

Peronenauto's

A125

Vervoermiddelen

Lichte motorvoertuigen/motoren

A125

Vervoermiddelen

Automatiseringssystemen

A129

Overig MVA

Omvangrijke applicaties (inclusief de implementatiekosten)

A129

Overig MVA

Duurzame productiemiddelen

A126

Machines, apparaten en installaties

Software

A129

Overig MVA

Bij raadsbesluit kan worden afgeweken van de standaard afschrijvingstermijnen. Dit is van toepassing op de volgende investeringen:

  •      * Het stadhuis-/ bibliotheekcomplex
    • Voor het stadhuis-/bibliotheekcomplex is een gebruiksduur van 50 jaar  vastgesteld (raadsbesluit 172/1997 (RIS 20092 ), als gevolg van deze bepaling worden de aanpassingen in de Raadszaal uit 2016 met ingang van 2017 in 29 jaar afgeschreven (tot aan het eind van de 50-jarige gebruiksduur van het stadhuis)
  •        ** Gebouwendeel Haagse Markt
    • Voor de vernieuwing in de realisatie van het gebouwendeel van de Haagse Markt wordt een afschrijvingstermijn van 30 jaar gehanteerd (RV 93 2013)
  •      Huisvesting statushouders Jupiterkade
    • In het collegebesluit inzake huisvesting statushouders aan de Jupiterkade (2016, DSO/2016.537) is tot een andere afschrijvingstermijn (5 jaar) besloten wegens de korte verwachte exploitatie van de investeringen.
  •     Gronden
    • Op gronden wordt niet afgeschreven, uitzondering hierop zijn de gronden van woonwagenstandplaatsen, volkstuinen en de grond van het stadsdeelkantoor Galeria. In overeenstemming met raadsbesluit 9/1994 (RIS14576 ) wordt op de grond van het stadsdeelkantoor Galeria per jaar 2,5 % afgeschreven.
  •      Licenties
    • Op kosten van meerjarige licenties voor onbepaalde duur wordt afgeschreven naar gelang de geldigheidsduur

Gehanteerde afschrijvingstermijnen investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut:

Afschrijvings-
duur in jaren

Soort activa

Code

Omschrijving

30

Civiele kunstwerken:

Tunnels

A124

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

Bruggen

A124

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

Viaducten

A124

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

20

Eerste aanleg van:

Wegen

A124

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

Fietspaden

A124

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

Voetpaden

A124

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

Rotondes

A124

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

Railinfrastructuur

A124

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

15

Technische installaties:

Verkeersregelinstallaties

A126

Machines, apparaten en installaties

Openbare verlichting

A129

Overig MVA

10

Herinrichting van de openbare ruimte

DIV

Diversen

In erfpacht uitgegeven
Erfpachtrechten zijn activa met een economisch nut en worden altijd geactiveerd.

Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt het volgende:

·      Erfpachtrechten volgens voorwaarden 1923 zijn gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs.
·       Erfpachtrechten volgens voorwaarden 1976, 1977en 1986 zijn tegen marktwaarde op het moment van uitgifte gewaardeerd.
·      De na 1-1-2014 in erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs zijnde de uitgifteprijs van eerste uitgifte.
·      Erfpachtrechten waarvan de canonverplichting eeuwigdurend is afgekocht, zijn tegen de registratiewaarde gewaardeerd.
·      Her-uitgifte, herziening of omzetting van een erfpachtrecht leidt niet tot een bijstelling van de waardering van de balanswaarde.
·      Er wordt niet afgeschreven op deze rechten, tenzij er sprake is van duurzame waardevermindering. Een afwaardering wordt verwerkt als het verschil tussen marktwaarde en boekwaarde.

Voor in erfpacht uitgegeven opstallen geldt:

·      Voor de initiële waardering gelden de voorwaarden zoals bij erfpachtrechten met betrekking tot gronden.
·      Op erfpachtrechten met betrekking tot opstal met canonbetaling vindt altijd activering en afschrijving plaats. Afschrijvingstermijnen zijn conform de voorgeschreven regels voor opstallen in de verordening Financieel Beheer en Beleid.
·      Indien sprake is van duurzame waardevermindering vindt afwaardering plaats. Een afwaardering wordt verwerkt als het verschil tussen marktwaarde en boekwaarde.
·      Her-uitgifte, herziening of omzetting van een erfpachtrecht leidt niet tot een bijstelling van de waardering van de balanswaarde

Financiële vaste activa

Kapitaalverstrekkingen
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen en overige verbonden partijen zijn tegen verkrijgingsprijs gewaardeerd. Ingeval van duurzame waardevermindering worden deelnemingen gewaardeerd tegen lagere marktwaarde. Als de deelneming wordt afgestoten wordt de actuelewaarde in de toelichting vermeld.

Leningen
De overige langlopende leningen aan overige verbonden partijen en overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer zijn gewaardeerdtegen nominale waarde, zo nodig onder aftrek van een voorziening wegens oninbaarheid.

Obligatieportefeuille
De obligatieportefeuille is gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, zo nodig onder aftrek van een voorziening wegens risico’s in de belegging. In de toelichting op de balans is de actuele waarde van deze beleggingen vermeld. Jaarlijks vindt "oprenting" plaats van het agio.

Vlottende activa

Grond- en hulpstoffen
De grond- en hulpstoffen zijn gewaardeerd tegen standaard verrekenprijzen, gebaseerd op de betaalde inkoopprijs. Waarderingsverschillen tussen standaard verrekenprijs en betaalde inkoopprijs worden als resultaat verantwoord.

Gereed product en handelsgoederen

Gerede producten worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich vooral voor indien de voorraden incourant worden.  De kostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en de loon- en machinekosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.

Onderhanden werk, gronden in grondexploitaties
De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken), en ook de rentekosten en de administratie- en beheerkosten.

Positieve uitkomsten bij het afsluiten van grondexploitaties worden niet rechtstreeks gedoteerd aan de reserve grondbedrijf. Deze worden opgenomen in het resultaat en met de resultaatbestemming
toegevoegd aan de reserve grondbedrijf. Voor tussentijdse winstneming geldt de door het BBV voorgeschreven percentage of completion methode: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd kan tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen. Tussentijdse winstneming vindt plaats via een collegebesluit (cf. verordening grondexploitaties).

Het geprognosticeerde ‘plansaldo’ is het verwachte resultaat op een plan. Ter dekking van verwachte
negatieve saldi op operationele plannen is de voorziening negatieve plannen gevormd. Deze voorziening wordt gepresenteerd als correctiepost op het saldo van het onderhanden werk. Indien de voorziening de boekwaarde overstijgt wordt de resterende voorziening aan de creditzijde van de balans (onder de post Voorzieningen) gepresenteerd.

Vorderingen
De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

Liquide middelen en Overlopende posten
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Vaste Passiva

Passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, met uitzondering van voorzieningen die tegen contante waarde zijn gewaardeerd.

Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het gerealiseerde resultaat.
Tot de algemene reserve worden gerekend de centrale bedrijfsvoeringreserve, de programmareserves, en de gemeentebrede reserve exploitatieresultaten.

Voorzieningen
De voorzieningen zijn gevormd voor verplichtingen, verwachte verliezen of risico’s, waarvan de omvang onzeker is doch redelijkerwijs is te schatten op de balansdatum. Verder worden de van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden opgenomen onder de voorzieningen. Uitzonderingen hierop vormen de van Europese en Nederlandse overheidslichamen verkregen middelen, die onder de balansposten overlopende passiva Europese overheidslichamen, Het Rijk of overige Nederlandse overheidslichamen worden verantwoord. De voorzieningen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Uitzonderingen hierop zijnde pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders van de (al opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen en de voorziening negatieve plannen bij de grondexploitatie. Deze zijn gewaardeerd tegen de contante waarde.

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. Een uitzondering hierop betreft een rentedragende langlopende schuld (rentebijschrijving voor het eerst achteraf in 2017) aan de Ontwikkelingscombinatie Wateringseveld (OCWV) in verband met in het jaar 2016 uitgestelde betaling voor de verworven grond (Celeritas) en uit te voeren toekomstige grondruil van de gemeente aan OCWV.De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

De vooruit ontvangen canons zijn tegen contante waarde berekend. Bij de contant making van de (resterende) canonverplichting tot aan het einde tijdvak of contract is het dan geldend canonpercentage gehanteerd. De jaarlijks toe te voegen rente wordt ten laste van het resultaat gebracht en de in het verslagjaar vervallen canontermijnen zijn ten gunste van het resultaat gebracht.

Vlottende Passiva

De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Posten Buiten de balanstelling

Borgstellingen en garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen.

Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen
Alle niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.

Derivaten
De derivaten zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. De derivaten zijn verantwoord als niet uit de balans blijkende verplichting, waar ook de nominale waarde van deze derivaten is vermeld.

Bijstortverplichting Collateral Derivaten contracten
De bijstortverplichting Collateral Derivaten worden onder de balanspost “Overige uitzettingen” opgenomen voor het verschil tussen de nominale waarde en de marktwaarde van de afgesloten derivaten contracten per ultimo december van het boekjaar. De storting heeft het karakter van een waarborgsom waarvan de hoogte maandelijks fluctueert.

Deze pagina is gebouwd op 01/18/2024 10:50:35 met de export van 01/18/2024 10:42:27