Jaarverslag

Zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid

Samenstelling programma (obv gerealiseerde lasten en toevoegingen aan reserves

679,6 mln.

Samenstelling dekkingprogramma (obv gerealiseerde baten incl. ontrekkingen aan reserves)

679,6 mln.

Wat heeft het gekost?

Financiële verantwoording op hoofdlijnen

Algemene toelichting op baten en lasten
Ruim 60% van de lasten van dit programma zijn voor de openeinderegelingen Wmo en jeugdhulp. Het gaat om vooral de Wmo-voorzieningen (23%), maatwerkdienstverlening 18- (23%), Beschermd wonen (8%) en Maatschappelijke opvang (7%). Het gaat dan om zaken als huishoudelijke hulp, AV070, woningaanpassingen en specialistische jeugdhulp. Het resterende deel bestaat uit meerdere onderdelen. De grootste zijn: jeugdgezondheidszorg en jeugdteams (6%), kinderbescherming, huiselijk geweld en de Gemeenschappelijke Regeling Veilig Thuis (6%) en Openbare gezondheidszorg, de Gemeenschappelijke Regeling GGD en ambulancedienst (19%).

75% van de baten bestaat uit algemene middelen van de gemeente zelf. Circa 17% bestaat uit inkomensoverdrachten, hierin zitten o.a. bijdrage van de Gemeenschappelijke Regeling GGD en Veilig Thuis Haaglanden. Het restant van circa 8% is verdeeld over verschillende posten, zoals onttrekkingen uit diverse reserves, de declaratie voor ambulanceritten, eigen bijdragen en ontvangen huuropbrengsten.

De totale begrote lasten op dit programma bedragen jaarlijks rond € 600 mln., waarvan ruim € 400 mln. voor rekening komt van de Wmo en de jeugdhulp. Binnen bijna alle Nederlandse gemeenten is zowel het gebruik van de Wmo als het beroep op de jeugdhulp de afgelopen jaren fors toegenomen. Ook Den Haag staat voor een grote uitdaging door de meerkosten op deze onderdelen. De besparingsopgave binnen het programma loopt op van € 20,6 mln. in 2020 naar € 22,6 mln. in 2021 en € 24,6 mln. structureel vanaf 2022. Dit is circa 5% van het aandeel jeugdhulp en Wmo binnen het programma. Met periodieke rapportages wordt de rekeningencommissie op de hoogte gehouden van de vorderingen van de kostenbeheersing (RIS310077).

Bedragen x € 1.000

Rekening 2020

Begroting 2021 voor wijziging

Begroting 2021 na wijziging

Rekening 2021

Resultaat 2021

Lasten

630.652

577.766

692.622

668.538

24.084

V

Baten

106.389

63.789

136.965

143.803

6.838

V

Saldo exclusief reserves

524.263

N

513.977

N

555.657

N

524.735

N

30.922

V

Toevoegingen aan reserves

36.800

1.500

11.867

11.100

767

V

Onttrekkingen aan reserves

1.292

8.200

39.499

23.607

15.892

N

Saldo inclusief reserves

559.772

N

507.277

N

528.025

N

512.229

N

15.796

V

Algemene toelichting op het resultaat
Dit programma heeft in 2021 een per saldo voordelig resultaat van afgerond € 15.8 mln. Dit resultaat is deels tot stand gekomen door een aantal specifieke posten. In de septembercirculaire staat een uitname door het Rijk vanwege de overgang van klanten van de Wmo en Beschermd wonen naar de Wet langdurige zorg van € 3,0 mln. Deze uitname staat nu op programma 15 financiën en wordt nog verrekend.

Ook is er onderbesteding op een aantal regionale taken. € 1,8 mln. op regionale middelen huiselijk geweld en € 1,6 mln. op de regionale functie ambulancezorg. Deze middelen blijven beschikbaar in de reserve regiofunctie Maatschappelijke opvang, Vrouwenopvang en Ambulancezorg.

De taakstelling op het programma van € 22,6 mln. in 2021 lijkt daarmee behaald, maar het beeld wordt sterk vertekend door incidentele effecten. Gedurende 2021 zijn extra incidentele rijksmiddelen beschikbaar gekomen (€ 20 mln.) voor jeugdzorg, waarmee het tekort op jeugdzorg is gedempt. Daarnaast leidden de coronamaatregelen op andere activiteiten als Wmo, Beschermd wonen en Participatie, Zorg en Welzijn juist tot onderbesteding, omdat deze activiteiten slechts beperkt konden doorgaan.

Arbeidsmarktproblematiek is ook een factor waardoor geplande uitgaven niet gedaan konden worden, onder meer bij de Jeugdgezondheidszorg, bij jeugdteams en bij subsidies voor participatie.

Omdat de voordelen op dit programma een incidenteel karakter hebben, vergt het de komende jaren blijvende inzet om binnen de begroting inclusief taakstelling te blijven. De stijgende trend van de kosten voor tweedelijns jeugdhulp zet zich in 2021 voort. Na een aanzienlijke stijging van deze kosten van 2019 naar 2020 (van € 120 mln. naar € 128 mln.) laat de realisatie over 2021 (€ 135 mln.) opnieuw een stijging zien ten opzichte van 2020 met 5,5%. Dit resulteert voor het cluster maatwerkdienstverleningen en geëscaleerde zorg 18- in een nadeel van € 15,1 mln.

Op de maatwerkvoorzieningen is een voordeel van € 14,1 mln. gerealiseerd: € 8,3 mln. op de Wmo-voorzieningen, € 4,6 mln. op Maatschappelijke opvang en € 1,2 mln. op Beschermd wonen. Dit is ontstaan door de betere opzet van het nieuwe MWA-contract per 2020 en het kostenbewust werken (onderdelen van de verschillende verbeterlijnen). Daarnaast zijn door corona minder aanvragen gedaan.

Op Participatie, Zorg en Welzijn is een voordeel van € 10,0 mln. gerealiseerd. Dit komt vooral door extra rijksmiddelen die niet volledig in 2021 besteed konden worden, door coronamaatregelen waardoor minder activiteiten konden plaatsvinden en door het behoedzaam uitgeven van middelen vanwege financiële onzekerheden binnen het programma.

Om soortgelijke redenen is een voordeel op subsidies voor Beschermd wonen gerealiseerd van € 6,9 mln. Dit komt vooral ook door de arbeidsmarktproblematiek waardoor niet genoeg gekwalificeerd personeel beschikbaar was om activiteiten binnen de gewenste planning uit te voeren.

Verschillen t.o.v. 2020
In 2021 zijn de baten op het totale programma € 37 mln. hoger dan in 2020. De lasten op het totale programma zijn € 40 mln. hoger dan in 2020. Beide afwijkingen worden vooral veroorzaakt door de corona gerelateerde activiteiten van de GGD (testen, laboratoriumkosten en bron- en contactonderzoek). Hiervoor is compensatie ontvangen van het Rijk. Naast de corona gerelateerde activiteiten is de grootste daling van de lasten ten opzichte van 2020 zichtbaar bij Wmo-voorzieningen (€ 19,6 mln.) en Beschermd wonen (€ 25,9 mln.). De grootste stijging van de lasten ten opzichte van 2020 is zichtbaar bij Maatwerkdienstverlening en geëscaleerde zorg 18- (€ 6,7 mln.) en bij Participatie, zorg en welzijn (€ 8,9 mln.).

Corona
Er zijn diverse financiële effecten van corona. Een precies bedrag is niet te benoemen want de open einde-regelingen Wmo en Jeugd zijn niet direct te herleiden. Zowel het tekort op Jeugd als de onderbesteding bij de Wmo zijn deels veroorzaakt door de coronamaatregelen.

De majeure effecten die zijn opgetreden zijn:

  • Voor de bestrijding van de coronapandemie (vaccineren, testen, bron- en contactonderzoek en laboratoriumkosten) heeft de GGD € 76,7 mln. aan kosten gemaakt. Hier staat een rijksbijdrage tegenover.
  • Het voordeel op participatie, zorg en welzijn is voor een groot deel te relateren aan corona. Zo kwam het steunpakket sociaal welbevinden pas later in het jaar beschikbaar, waardoor deze niet volledig is uitgegeven. Ook kostte het meer tijd om de projecten voor toegankelijkheid uit te voeren. Dit verklaart circa 40% van de onderbesteding.
  • Op diverse activiteiten is een onderbesteding op subsidiebudget omdat vanwege corona maatregelen minder activiteiten uitgevoerd konden worden. Dit betreft o.a. Preventief Jeugdbeleid en Beschermd wonen.
  • Gedurende het hele jaar is met een regeling gecompenseerd voor niet-gereden ritten en preventiebeschermingsmiddelen.
  • Om aan de richtlijnen van het RIVM te kunnen voldoen, zijn zorgaanbieders Wmo en Jeugdhulp in de meerkosten gecompenseerd
  • Maatschappelijke opvang heeft van het Rijk € 10,3 mln. aan compensatiemiddelen gekregen ter dekking van de coronakosten in 2021. De gerealiseerde coronakosten in 2021 zijn € 10,3 mln.

Waar bestaan de kosten uit?
Financiële verantwoording per activiteit

In de volgende twee paragrafen wordt inzage gegeven in de financiële verantwoording per clustering van activiteiten weergegeven.

Maatwerkdienstverlening en geëscaleerde zorg 18-

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Rekening 2021

156.642

-2.362

159.005

N

Begroting 2021

144.318

438

143.880

N

Resultaat

12.324

N

2.800

N

15.125

N

Toelichting op lasten en basten
 Voor € 126,8 mln. zijn declaraties ontvangen van jeugdhulpaanbieders voor de voorzieningen:

  • Ambulante Jeugdhulp (€ 86,7 mln.)
  • Verblijf (€ 27,5 mln.)
  • Jeugdzorg plus (€ 3,9 mln.)   
  • Crisis (€ 3,8 mln.)
  • Overig (€ 2,4 mln.)
  • Jeugdhulpvoorzieningen via analysetafel (€ 2,4 mln.)

De overige € 29,8 mln. is besteed aan met name:

  • Uitvoering jeugdhulp door Centra voor Jeugd en Gezin (€ 9,8 mln.)
  • Persoonsgebonden budgetten jeugd voor 423 cliënten (€ 5,1 mln.)
  • Jeugdhulpvoorziening voor het vervoer van jeugdigen naar en vanaf de locatie waar jeugdhulp wordt geboden (€ 3,2 mln.)
  • Apparaatslasten zoals salarissen, huisvesting en dergelijke (€ 3,0 mln.)
  • Bestedingen in het kader van het Transformatiefonds (€ 2,4 mln.)
  • Jeugdvoorzieningen via het landelijk transitiearrangement (€ 2,1 mln.)
  • Exploitatiebijdrage Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden (€ 1,5 mln.)
  • Jeugdhulpvoorzieningen via onderwijs jeugdhulparrangementen (€ 1,2 mln.)
  • Subsidieverstrekking aan stichting Jeugdformaat (€ 0,7 mln.)
  • Overig (€ 0,8 mln.)

De baten bedragen € -2,4 mln. In 2021 was voor de baten ten onrechte rekening gehouden met een compensatie (€ 2,9 mln.) vanuit het Rijk van de omzetgarantie vanwege corona. Verder gaat het om de verkregen middelen van ZonMW voor de projecten Follow Your Dreams en Maatschappelijke diensttijd Tranche 4C (€ 0,5 mln.) en de bijdragen van de overige 9 regiogemeenten aan de projecten jeugdhulp plus en complexe scheidingen (€ 0,1 mln.).

Toelichting financieel resultaat Maatwerkdienstverlening en geëscaleerde zorg 18-  € 15,1 mln. N/S

Maatwerkdienstverlening 18-    (€ 15,8 mln. N / S)
Op de jeugdhulp die via het Servicebureau Haaglanden wordt afgenomen is € 8,2 mln. meer uitgegeven dan begroot. Dit resultaat is inclusief de bijdragen van het Rijk over 2021 van € 28,3 mln. (€ 17,0 mln. incidenteel en € 11,3 mln. per jaar voor 2019 t/m 2022). Zonder de incidentele extra rijksmiddelen zou het tekort op de jeugdhulp die via het Servicebureau Haaglanden wordt afgenomen € 37 mln. zijn.

Het restant betreft een nadeel van € 7,6 mln. Dit bestaat uit:

•   De uitvoering van het Jeugdwetvervoer: nadeel € 3,2 mln. De kosten zijn met € 0,7 mln. gestegen ten opzichte van 2020 vanwege het vervoeren van meer cliënten. De stijging in vervoersbewegingen is ongeveer 29%.
•   Een nadeel van € 2,9 mln. doordat onterecht rekening is gehouden met een bijdrage van het Rijk voor de omzetgarantie van jeugdhulpaanbieders.
•   Een nadeel van € 1,0 mln. vanwege kosten voor de pilot Onderwijs jeugdhulparrangementen, waarmee in de oorspronkelijke begroting geen rekening is gehouden.
•   Subsidie stichting Jeugdformaat: nadeel € 0,7 mln. Deze subsidie is bedoeld voor de transformatie van de ambulante hulp van Jeugdformaat.
•   Analysetafel: nadeel € 0,6 mln. Het aantal aan de analysetafel aangeboden casussen is in 2021 t.o.v. 2020 gestegen van 82 naar 100. Deze stijging wordt veroorzaakt door casussen die als gevolg van stijgende wachtlijsten vaker buiten de regionaal gecontracteerde instelling geplaatst moeten worden.

•        Overig: voordeel € 0,8 mln. Dit saldo betreft meerdere kleine voordelige en nadelige posten.

Geëscaleerde zorg 18- (€ 0,1 mln. N /S)
Op de jeugdhulp die via het Servicebureau Haaglanden wordt afgenomen is € 0,4 mln. meer uitgegeven dan begroot. Tegelijkertijd is er op de post innovatie € 0,3 mln. minder uitgegeven dan begroot. Dit laatste komt doordat initiatieven met jeugdhulpaanbieders vanwege corona niet konden worden opgezet.

Persoonsgebonden budget jeugdhulp (€ 0,8 mln. V / S)
Het aantal budgethouders is in 2021 gedaald naar 423 (2020: 482). Deze daling komt door een scherpere analyse van de hulpvraag. Ouders kiezen hierdoor bijvoorbeeld vaker voor zorg in natura. Het komt ook steeds vaker voor dat het aanbod in het voorliggend veld voldoende is (€ 0,7 mln. V).

De eindafrekening van de Sociale Verzekeringsbank over de persoonsgebonden budgetten 2020 en eerder viel voordelig uit (€ 0,1 mln. V).

Gespecialiseerde jeugdhulp (maatwerkdienstverlening 18- en geëscaleerde zorg;   € 8,2 mln. N / S)
Het tekort in 2021 voor gespecialiseerde jeugdhulp (inkoop via de gemeenschappelijke regeling Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden) bedraagt € 8,2 mln. nadelig op een totaal gedeclareerd bedrag door jeugdhulpaanbieders van € 124,4 mln. De analyse van dit bruto structurele resultaat is als volgt:

1. Volume-effect   (€ 2,1 mln. N / S)

De kosten voor de GGZ-jeugdhulp stegen in 2021 ten opzichte van 2020, vooral doordat zwaardere zorg geleverd is. De extra kosten zijn ongeveer € 0,6 mln.

Bij Jeugd- en opvoedhulp is een dalende trend te zien. Ook dit jaar zijn de kosten gedaald ten opzichte van vorig jaar, met ongeveer € 0,5 mln. Ook zien we het aantal cliënten en de gemiddelde kosten per client dalen. Deze dalende trend binnen jeugd- en opvoedhulp kan voor een groot deel worden verklaard door de daling van het aantal cliënten in Jeugdzorg Plus. Daarnaast kan de daling van het aantal cliënten worden verklaard door de inzet van de beslisboom, waardoor meer passende hulp gevonden wordt.                           
Verder is een stijging te zien van de kosten voor de doelgroep jeugd met een (licht) verstandelijke beperking met € 1,6 mln. Dit wordt vooral veroorzaakt door de stagnerende doorstroom van Kinderdagcentra naar (speciaal) onderwijs. De wachtlijsten van kinderen die in aanmerking komen voor (speciaal) onderwijs groeien doordat scholen kritischer zijn geworden op de instroom. Hierdoor zijn de kinderen noodgedwongen langer verbonden aan de kinderdagcentra. Ook worden indicatiestellingen vanuit de Wet langdurige zorg steeds meer beperkt voor kinderen in deze categorie, waardoor kinderen meer aangewezen zijn op hulp gefinancierd vanuit de gemeente.

Het restant van de stijging van € 0,4 mln. gaat over kleinere verschillen op andere percelen.

2. Prijseffect   (€ 4,9 mln. N / S)

Voor 2021 is sprake van een totale prijsstijging met 4,14%. Hiervan wordt 2,2% veroorzaakt door prijsindexatie en de rest door een tariefverandering. Dit heeft in 2021 geleid tot een kostenstijging van € 4,9 mln. Dit is als volgt verdeeld:

•   Ambulante jeugdhulp (€ 3,4 mln.)
•   Verblijf (€ 1,1 mln.)
•   Jeugdzorg plus (€ 0,2 mln.)
•   Crisis (€ 0,2 mln.)
•   Overig (€ 0,1 mln.)               

Jeugdgezondheidszorg en jeugdteams

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Rekening 2021

44.144

1.625

42.519

N

Begroting 2021

47.072

1.301

45.771

N

Resultaat

2.928

V

324

V

3.252

V

Toelichting op lasten en basten
In 2021 is circa € 22 mln. besteed aan apparaatslasten (onder andere salarissen, huisvesting, ICT, communicatie, opleidingen) voor de uitvoering van jeugdgezondheidszorg, waaronder de verlening van zorg (€ 19,6 mln.), jeugdpreventie (€ 3,2: € 0,8 mln. jeugd en € 2,4 mln. JMO). Naast deze apparaatslasten is voor circa € 9,5 mln. aan subsidies in het kader van preventief jeugdbeleid verstrekt. De overige kosten voor preventief jeugdbeleid betreffen kosten die gemaakt zijn voor praktijkondersteuning van huisartsen (€ 0,3 mln.), voor activiteiten voor jongeren in coronatijd (€ 0,7 mln.) en voor projecten als Scheiden zonder schade, verbeterplan GI’s, een maatschappelijke diensttijd-certificeringstraject en de regionale verwijsindex Haaglanden (€ 0,5 mln.).

De totale lasten van jeugdteams bedragen € 10,5 mln. Het gaat hierbij om gezinscoaches die zijn aanbesteed bij zorgaanbieders voor € 10,1 mln. en personeelskosten van medewerkers in gemeentelijke dienst € 0,4 mln. (zie de eerdergenoemde € 22 mln.).

De baten bedragen € 1,6 mln. en betreffen onder andere de bijdragen van derden die ontvangen zijn voor projecten als: Scheiden zonder schade, verbeterplan GI’s, MDT-certificeringstraject, voorschoolse educatie, zorgopleiding en de regionale verwijsindex Haaglanden.

Toelichting financieel resultaat jeugdgezondheidszorg en jeugdteams   € 3,3 mln. V / I

Preventief jeugdbeleid (€ 2,5 mln. V / I)
Het voordeel op preventief jeugdbeleid wordt enerzijds veroorzaakt door een onderbesteding op de subsidies (€ 1,3 mln.) en een onderbesteding op de coalitiemiddelen (€ 0,5 mln.). De onderbesteding is het gevolg van het niet kunnen uitvoeren van activiteiten vanwege corona. Een voordeel van € 0,5 mln. komt doordat kosten voor de opvang van jonge statushouders (JIT) ten laste zijn gekomen van Integratie. Verder is er sprake van een terugbetaling van subsidies uit voorgaande jaren (€ 0,1 mln.). Het restant voordeel (€ 0,1 mln.) betreft een lagere doorbelasting van apparaatslasten.

Jeugdteams (€ 0,3 mln. N / I)
Nadeel op de jeugdteams van € 0,3 mln., vanwege noodzakelijke extra inhuur van gezinscoaches.

Jeugdgezondheidszorg (€ 0,9 mln. V / I)
Het voordeel op de jeugdgezondheidszorg van € 0,5 mln. wordt veroorzaakt doordat activiteiten vanwege de coronamaatregelen en krapte op de arbeidsmarkt geen doorgang konden vinden. Het gaat onder meer om activiteiten voor kansrijke start en het verhogen van de vaccinatiegraad (rijksvaccinatieprogramma).

WMO voorzieningen

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Rekening 2021

153.012

17.512

135.500

N

Begroting 2021

166.214

22.444

143.770

N

Resultaat

13.202

V

4.932

N

8.270

V

Toelichting op lasten en basten
De totale lasten voor maatwerkvoorzieningen bedragen € 202,4 mln. Het grootste deel (88%) van deze lasten is besteed aan voorzieningen die zijn geleverd door zorgaanbieders, leveranciers van hulpmiddelen, vervoerders en installateurs aan inwoners (€ 177,3 mln.). Van deze lasten (exclusief de toevoeging aan de reserve verzachtingsgelden Wmo en Jeugdwet) wordt 150 mln. bij de Wmo-voorzieningen verantwoord. De overige maatwerkvoorzieningen worden bij beschermd wonen en maatschappelijke opvang verantwoord:

  • € 10,1 mln. maatschappelijke opvang
  • € 42,3 mln. beschermd wonen.

Aan geleverde Wmo-voorzieningen is uitgegeven:

  • € 54,7 mln. voor huishoudelijke hulp
  • € 26,6 aan begeleiding
  • € 7,9 mln. aan dagbesteding
  • € 6,7, mln. aan persoonsgebonden budgets
  • € 4,0 mln. aan woonvoorzieningen
  • € 12,6 mln. aan hulpmiddelen vervoer
  • € 12,5 mln. aan aanvullend vervoer 070.

€ 8,5 mln. is besteed aan keuringen van cliënten, zonnebloemauto’s voor rolstoelvervoer, onderhoud aan trapliften, draaideuronderhoud en aanpassingen van het ICT-landschap.

Daarnaast is € 16,4 mln. besteed aan gemeentelijke dienstverlening. Het gaat vooral om het keukentafelgesprek met de cliënt om te bespreken wat de zorgbehoefte is om passende zorg te kunnen verlenen. Behalve aan het keukentafelgesprek is het besteed aan de administratieve afhandeling van de na het keukentafelgesprek verstrekte voorzieningen en van de opgestelde ondersteuningsplannen. Deze plannen zijn nodig voor contacten met zorgaanbieders en klanten. Daarnaast is het geld besteed aan ondersteuning door informatievoorziening en procesoptimalisatie van de verschillende werkzaamheden.

De baten, exclusief de onttrekkingen aan de reserve verzachtingsgelden Wmo en Jeugdhulp, bedragen € 2,5 mln. Voor circa € 2,1 mln. is aan eigen bijdragen ontvangen, die het Centraal Administratie Kantoor (CAK) voor gemeenten int. Het abonnementstarief maakt naast de eigen bijdrage voor beschermd wonen onderdeel uit van deze eigen bijdrage CAK. Het abonnementstarief is in 2021 betaald door cliënten die een voorziening huishoudelijke hulp hadden of een voorziening voor maatwerk hulpmiddelenvervoer of voor woonvoorzieningen. Hierbij waren cliënten met een inkomen tot 130% van de bijstandsnorm (RIS 301400) vrijgesteld van het abonnementstarief. De andere baat is de door de gemeente geheven eigen bijdrage voor taxivervoer AV070 (circa € 0,4 mln.).

Om de taakstelling op jeugd en zorg te verzachten, is de reserve Verzachtingsgelden Wmo en jeugdhulp gevormd. Deze reserve is conform de financiële voorschriften volledig opgenomen onder 1 begrotingsactiviteit (Wmo). Aan deze reserve is in 2021 € 3 mln. toegevoegd. Dit verhoogt de lasten. Daarnaast is € 15 mln. aan deze reserve onttrokken. Dit verhoogt de baten.

Sturing en beheersing maatwerkvoorzieningen
In de sturing en beheersing worden veel van deze Wmo-voorzieningen binnen het MWA contract gecombineerd met de maatwerkvoorzieningen voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen.
De betere opzet van het MWA -contract per 2020 en het kostenbewust werken hebben in 2021 geleid tot een afname van de totale lasten voor maatwerkvoorzieningen van circa 4% ten opzichte van 2020.

Deze afname van de lasten heeft ook met de coronamaatregelen te maken. Met name bij dagbesteding en het aanvullend vervoer AV070 is dit te zien. Bij dagbesteding liggen de lasten met circa € 7 mln. 40% lager dan in 2019. Bij AV070 zouden de lasten bij voortzetting van de trend vlak voor corona zo’n € 2 mln. hoger uitpakken dan nu gerealiseerd.

Toelichting financieel resultaat Wmo voorzieningen         € 8,3 mln. V / I

Woonvoorzieningen ouderen en gehandicapten (€ 0,1 mln. V / I)
Het voordeel van € 0,1 mln. is ontstaan door de voortdurende controle van aanvragen van duurdere woonvoorzieningen op passende inzet. Omdat de realisatie van deze woonvoorzieningen vaak een halfjaar tot een jaar in beslag neemt, worden daarvan nu de resultaten zichtbaar. De kosten zijn met ruim € 2 mln. gedaald.

Hulpmiddelen vervoer ouderen en gehandicapten (€ 1,6 mln. V / I)
Het voordeel van € 1,6 mln. is vooral ontstaan door de specifieke aandacht voor toekenning van scootmobielen. Steeds is gekeken naar passende oplossingen waardoor minder dure scootmobielen nodig waren. Dit bedrag wordt nog € 0,4 mln. verlaagd door de uitname door het Rijk van budget voor hulpmiddelen als gevolg van de overgang van cliënten van de Wmo naar de Wet langdurige zorg. Deze uitname staat nu op programma 15 en wordt met dit programma verrekend.

Maatwerkarrangement Zorg in Natura (€ 8,3 mln. V / I)
Het voordeel van € 8,3 mln. is ontstaan door de betere opzet van het nieuwe contract voor een maatwerkarrangement per 2020 en het kostenbewust werken (onderdelen van de verschillende verbeterlijnen). Verder zorgden de coronamaatregelen voor lagere lasten bij met name dagbesteding.

Maatwerkarrangementen PGB (€ 2,0 mln. V / I)
Het voordeel van € 2,0 mln. is ontstaan door de betere opzet van het nieuwe MWA-contract per 2020 en het kostenbewust werken (onderdelen van de verschillende verbeterlijnen). Daarnaast is door de wijkteams terughoudendheid betracht bij het toekennen van pgb’s in plaats van zorg in natura.

Aanvullend vervoer taxibus (€ 1,6 mln. V / I)
Het voordeel van € 1,6 mln. is ontstaan doordat het aantal ritten vanwege coronamaatregelen lager ligt dan oorspronkelijk begroot (56% t.o.v. 75%).

Overige lasten (€ 0,5 mln. N / I)
Incidentele extra inhuur van casemanagers was nodig om de meldingen van cliënten te kunnen afhandelen.

Eigen bijdrage CAK (€ 2,1 mln. N / I)
Het nadeel van € 2,1 mln. komt door de invoering van het abonnementstarief in 2019 waarbij het Rijk te weinig budget heeft overgeheveld (N € o,8 mln.). Daarnaast is bij het actualiseren van de begroting het effect van de overheveling van klanten naar de Wet langdurige zorg op de eigen bijdrage voor Beschermd wonen verkeerd ingeschat (N € 1,3 mln.).

Onttrekking aan reserve (€ 3,1 mln. N / I)
Door het gerealiseerde positieve resultaat was het in 2021 niet nodig om een beroep te doen op het restant van de reserve Verzachtingsgelden.

Beschermd wonen

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Rekening 2021

56.485

1.262

55.223

N

Begroting 2021

64.580

1.302

63.278

N

Resultaat

8.095

V

40

N

8.055

V

Toelichting op lasten en basten
Een groot deel van het overschot wordt veroorzaakt door de coronacrisis en door het moeilijk kunnen vinden van gekwalificeerd GGZ personeel. Daarnaast was het lange tijd onzeker hoeveel het Rijk zou uitnemen in verband met een overheveling naar de Wet langdurige zorg. In 2021 is voor de activiteit Beschermd wonen circa 74% besteed aan de maatwerkarrangementen en persoonsgebonden budgetten. De overige middelen voor bescherm wonen zijn besteed in de vorm van subsidies, waarbij het voornaamste deel voor Parnassia B.V. (€ 8,2 mln.) Reakt B.V. (€ 4,0 mln.) en Brijder B.V. (€ 2,0).

Toelichting financieel resultaat Beschermd wonen            € 8,1 mln. V / I

Beschermd wonen MWA (€ 2,0 mln. V / I)
Op de inkoop van individuele voorzieningen (maatwerkarrangement) bij beschermd wonen is een voordeel van      € 2,0 mln. ontstaan. Dit wordt verlaagd met 2,6 mln. vanwege een extra uitname als gevolg van de overgang van klanten vanuit de Wmo naar de Wet langdurige zorg. Deze uitname staat nu op programma 15 en wordt met elkaar verrekend. Dit leidt op dit programma tot een nadelig resultaat van € 0,6 mln.

Beschermd wonen persoonsgebonden budget (€ 0,8 mln. N / I)
Het nadeel van € 0,8 mln. is ontstaan door meer gebruik van het pgb beschermd wonen. Dit komt door de betere opzet van het nieuwe maatwerkarrangement-contract per 2020 en het kostenbewust werken (onderdelen van de verschillende verbeterlijnen). Dit heeft geresulteerd in een verschuiving van verlengde en toegekende voorzieningen van Maatschappelijke opvang naar Beschermd wonen.

Beschermd wonen subsidies (€ 6,9 mln. V /  I)
Op subsidies is een voordeel van € 6,9 mln., vooral door vrijval van subsidies uit eerdere jaren (€ 3,6 mln.) en onderbesteding op reguliere beleidsmiddelen (€ 3,3 mln.). Dit wordt met name veroorzaakt door het tekort aan gekwalificeerd GGZ-personeel en een vertraagde start van nieuw personeel door het inwerken op afstand vanwege de coronamaatregelen. Verder waren cliënten terughoudend in bezoek en digitaal contact.

Maatschappelijke opvang

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Rekening 2021

48.003

4.460

43.543

N

Begroting 2021

56.412

17.800

38.612

N

Resultaat

8.409

V

13.340

N

4.931

N

Toelichting op lasten en basten
In 2021 is voor de activiteit Maatschappelijke opvang circa 21% besteed aan de maatwerkarrangementen. De overige middelen zijn besteed in de vorm van subsidies (in totaal € 19,1 mln.). Het grootste deel van de financiële middelen voor Maatschappelijke opvang (thuislozenzorg) bestaat uit subsidies aan de Kesslerstichting en het Leger des Heils (in totaal € 16,7 mln.), deze middelen gaan naar opvang. De rest van de middelen is vooral besteed aan het jeugdinterventieteam (€ 0,5 mln.), onafhankelijke cliëntondersteuning en belangenbehartiging (€ 0,5 mln.), inloopvoorzieningen (€ 0,9 mln.), regionale extramurale ondersteuning aan cliënten en gezinsopvang (€ 1,4 mln.), hotelkosten (€ 3,6 mln.) en beveiligingskosten (€ 1,3 mln.).

Voor de reserve Regiofunctie maatschappelijke opvang zou € 15,2 mln. worden onttrokken en voor de reserve Maatschappelijke opvang €2,6 mln., totaal €17,8 aan begrote baten. De daadwerkelijke onttrekking voor de reserve Regiofunctie maatschappelijke opvang is € 4,6 mln. geworden waarbij op de reserve Maatschappelijke opvang geen beroep is gedaan.

Toelichting financieel resultaat Maatschappelijke opvang         € 4,9 mln. N / I

Maatschappelijke opvang MWA (€ 4,6 mln. V / I)
Op de inkoop van individuele voorzieningen (maatwerkarrangement-contract) bij maatschappelijke opvang is een voordeel van € 4,6 mln. gerealiseerd. Dit komt door een verschuiving van verlengde en toegekende voorzieningen van Maatschappelijke opvang naar Beschermd wonen. Zo wordt de voorziening ‘wonen basis’ toegekend in plaats van maatschappelijk opvangvoorzieningen zoals jongerenwoningen en housing first.

Maatschappelijke opvang coronagerelateerde kosten (€ 10,3 mln. N / I)
De gerealiseerde coronakosten in 2021 zijn € 10,3 mln. De lasten bestaan uit € 3,6 mln. hotelkosten, € 1,3 mln. beveiligingskosten en € 5,4 mln. aan aanvullende subsidieverleningen aan het Leger des Heils, de Kessler Stichting en LIMOR voor aanvullende dienstverlening en begeleiding.

Vrijval subsidies (€ o,8 mln. V / I)
Er is sprake van een vrijval van subsidies uit oude jaren van € 0,8 mln. Deze vrijval gaat over subsidievaststellingen uit 2018, 2019 en 2020 die lager zijn vastgesteld.

Maatschappelijke opvang regulier beleid (€ 0,2 mln. V / I)
Met de meicirculaire kreeg de maatschappelijke opvang € 0,8 mln. aan middelen voor de extra begeleiding voor dak- en thuislozen. De middelen zijn niet besteed aan aanvullende begeleidingstrajecten anticiperend op de hoge coronakosten en de begeleiding die in dat kader al zijn geboden. Dit heeft geresulteerd in een voordeel van € 0,2 mln. op het onderdeel regulier beleid.

Openbare gezondheidszorg en ambulancedienst

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Rekening 2021

123.419

116.423

6.669

N

Begroting 2021

112.170

102.369

9.801

N

Resultaat

11.249

N

14.054

V

2.805

V

Toelichting op lasten en basten
De totale lasten voor openbare gezondheidszorg en ambulancedienst bedragen € 123,4 mln. Van dit bedrag is € 12,2 mln. besteed aan de activiteit openbare gezondheidszorg en betreft € 91,0 mln. de lasten van de gemeenschappelijke regeling GGD. Hiervan gaat het om € 76,7 mln. kosten voor de bestrijding van de coronapandemie (testen, bron- en contactonderzoek en vaccinaties). Aan de uitvoering van de lokale taken van de GGD is € 4,9 mln. besteed. Verder is € 14,9 mln. besteed aan de ambulancedienst.

De gemeente Den Haag voert de regionale GGD-taken uit in opdracht van de gemeenschappelijke regeling GGD/Veilig Thuis, waartoe 9 gemeenten in de regio Haaglanden behoren, inclusief de gemeente Den Haag. De financiële bijdrage van de gemeente Den Haag als deelnemer aan deze gemeenschappelijke regeling betreft in 2021 voor wat betreft de GGD: € 7,5 mln. Dit is een last in de jaarrekening op de activiteiten openbare gezondheidszorg en toezicht kinderopvang. De gemeenschappelijke regeling heeft de uitvoering van haar taken uitbesteed aan de gemeente Den Haag. Hiervoor ontvang de gemeente Den Haag in 2021 voor wat betreft de GGD-taken een vergoeding van € 14,3 mln., inclusief overhead. Dit bedrag is een baat en een last in de jaarrekening.

De meerkosten (inclusief overhead) en gederfde inkomsten die het gevolg zijn van de inzet van de GGD voor de bestrijding van de coronapandemie (€ 77,5 mln.) worden vergoed via de rijksregeling VWS compensatie vergoeding coronalasten. Deze kosten leiden dus niet tot een financieel resultaat.

Voor het uitvoeren van de regeling Aanvullende seksuele gezondheid heeft de GGD via een specifieke uitkering in 2021 een Rijksbijdrage ontvangen van € 3,3 mln.

De GGD voert daarnaast taken uit in opdracht van de individuele gemeenten (de lokale taken) en taken buiten de gemeentelijke regeling. De gerealiseerde lasten hiervoor bedragen € 4,9 mln. en de baten € 1,7 mln. Voor de activiteit Ambulancedienst bedragen de gerealiseerde lasten € 15,2 mln. (begroot € 14,6 mln.) en de gerealiseerde baten € 18,5 mln. (begroot € 16,2 mln.) Vanuit de RAV Haaglanden wordt ingezet op ambulancezorg inclusief vervoer. Het resultaat zal in verband met wettelijke voorschriften worden gereserveerd om beschikbaar te blijven voor de taak Ambulancezorg.

Toelichting financieel resultaat Openbare gezondheidszorg en ambulancedienst       € 2,8 mln. V / I

Ambulancevervoer (€ 1,6 mln. V / I)
Het voordeel van circa € 1,6 mln. wordt veroorzaakt door de RAVH-eindafrekening over 2020 (die pas na de GGD-jaarafsluiting van medio januari bekend was) en een eenmalige afrekening vanuit Leaseplan met betrekking tot de lease van ambulances en een afrekening FLO 2020. Conform wettelijke voorschriften blijft het resultaat gereserveerd voor de taak ambulancevervoer.

Openbare gezondheidszorg (€ 0,4 mln.  V / I)
Op de uitvoering van het daklozenloket en de opvang van gezinnen is sprake van een voordeel van circa € 0,3 mln. op de apparaatslasten. Op de overige onderdelen (deelnemersbijdrage gemeenschappelijke regeling GGD en Overige openbare gezondheidszorg) is het resultaat circa € 0,1 mln. voordelig.

Gemeenschappelijke regeling GGD Haaglanden (€ 0,9 mln. V / I)
Het overschot wordt veroorzaakt door:
-   € 0,5 mln. verschuiving overhead. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat bepaalde functies    (secretaresses) als primair procesfuncties zijn begroot, maar sinds 2021 via classificering van het    Haags Generiek Functiehuis als overhead worden geboekt.
-   € 0,4 mln. voordeel op algemeen directiebudget: veel reguliere activiteiten zijn niet doorgegaan.

Kinderbescherming en huiselijk geweld

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Rekening 2021

50.703

18.478

32.225

N

Begroting 2021

56.477

21.328

35.149

N

Resultaat

5.774

V

2.850

N

2.924

V

Toelichting op lasten en basten
De totale lasten voor kinderbescherming, huiselijk geweld en Veilig Thuis bedragen € 50,6 mln. Van dit bedrag is circa € 20,7 mln. besteed aan de activiteit huiselijk geweld, waaronder prostitutiebeleid en geweld in afhankelijkheidsrelaties (waaronder de Haagse bijdrage aan de Regiovisie huiselijk geweld). € 13,8 mln. is de last in de jaarrekening voor de uitvoering van de gemeenschappelijke regeling (GR) Veilig Thuis. € 15,5 mln. is besteed aan kinderbescherming, waarvan € 10,7 mln. declaraties gaan over van de jeugdhulp die via het Servicebureau Haaglanden is afgenomen. Het gaat om de declaraties van jeugdhulpaanbieders voor gespecialiseerde jeugdhulp. De overige € 4,8 mln. betreft de gemeentelijke deelnemersbijdrage aan Veilig Thuis.

De gemeente Den Haag voert het Advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling uit in opdracht van de gemeenschappelijke regeling GGD/Veilig Thuis, samen met 8 andere gemeenten in de regio Haaglanden. De financiële bijdrage van de gemeente Den Haag als deelnemer aan deze gemeenschappelijke regeling betreft in 2021 voor wat betreft Veilig Thuis € 14,1 mln. (last in de jaarrekening op de activiteiten Huiselijk geweld en kinderbescherming). De gemeenschappelijke regeling heeft de uitvoering van de taken van de regeling uitbesteed aan de gemeente Den Haag. Hiervoor ontvang de gemeente Den Haag in 2021 voor wat betreft Veilig Thuis een vergoeding van € 19,9 mln. (inclusief overhead). Dit bedrag is een baat en een last in de jaarrekening.

Toelichting financieel resultaat Kinderbescherming en huiselijk geweld   € 2,9 mln. V / I

Gemeenschappelijke Regeling Veilig Thuis (€ 0,1 mln. V / I)
Resultaat circa € 0,1 mln. voordelig. Hiertegenover staat een ongeveer even groot nadeel op overhead. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat bepaalde functies (secretaresses) als primair procesfuncties zijn begroot, maar sinds 2021 via classificering van het Haags Generiek Functiehuis als overhead worden geboekt.

Lokale taken Veilig Thuis (€ 0,1 mln. V / I)
Overschot circa € 0,07 mln., waarvan € 0,04 mln. van het landelijk Knooppunt huwelijksdwang en achterlating en € 0,03 mln. voor de inzet van Veilig Thuis aan de pilot MDA++.

Kinderbescherming (€ 0,6 mln. V / I)
Het voordeel aan de lastenkant bij kinderbescherming wordt verklaard door een verlaging van de gemeentelijke bijdrage 2021 aan Veilig Thuis (€ 0,6 mln.). Deze lagere bijdrage is het gevolg van de nacalculatie van het aantal meldingen bij Veilig Thuis.

Huiselijk Geweld (€ 2,4 mln. V / I)
Op de activiteit Huiselijk geweld is een voordeel van € 2,4 mln. € 1,6 mln. hiervan betreft regionale middelen die waren bedoeld voor de 3 ontwikkelsporen. Helaas is dit vanwege corona vertraagd.  Conform regionale afspraken worden deze middelen toegevoegd aan de reserve Regiofunctie vrouwenopvang. Daarnaast is op regulier gemeentelijk beleid bewust gestuurd op een onderbesteding vanwege de taakstelling op programma 8.

Participatie zorg en welzijn

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Rekening 2021

41.918

2.960

38.957

N

Begroting 2021

51.415

2.500

48.915

N

Resultaat

9.497

V

460

V

9.958

V

Toelichting op lasten en basten
In 2021 speelde corona op deze activiteit een grote rol. Als gevolg van corona konden activiteiten niet altijd doorgaan of pas later worde uitgevoerd. Steunpakketten van het Rijk zijn (nog) niet volledig benut, doordat daar pas later in het jaar duidelijkheid over kwam. Ook waren instellingen soms terughoudend met het aanvragen van subsidies, mede als gevolg van personeelstekorten door corona.

In 2021 is voor de activiteit Participatie en informele hulp circa 55% besteed in de vorm van subsidies
(€ 13,5 mln.) waarvan het grootste deel aan Stichting MEE (€ 4,9 mln.), Stichting PEP (€ 2,2 mln.), Stichting Buddy Netwerk (€ 0,6 mln.), en Stichting Voorall (€ 0,6 mln.). De overige subsidiemiddelen bedragen € 5,2 mln. en gaan naar zo’n 204 instellingen ter ondersteuning van diverse activiteiten op het gebied van Participatie en Informele hulp.

Jaarlijks wordt voor circa € 12,5 mln. aan zorg en welzijn subsidies verstrekt aan Haagse Welzijnsinstellingen. Deze subsidies hebben vooral betrekking op de exploitatie van de servicepunten (XL).
Daarnaast is op deze activiteit circa € 2 mln. besteed in de vorm van opdrachten en subsidies. Dit heeft geleid tot verschillende initiatieven om de negatieve effecten van corona te dempen. Hierbij valt te denken aan projecten zoals Joinby (bereikbaarheid van jongeren die met een licht verstandelijke beperking), maar ook aan extra inzet van jongerenmedewerkers voor dakloze jongeren.  

Toelichting financieel resultaat Participatie, zorg en welzijn      € 10,0 mln. V / I

Het voordeel is voor een groot deel te relateren aan corona. Zo kwam het steunpakket sociaal welbevinden pas later in het jaar beschikbaar, waardoor deze nog niet volledig is uitgegeven. Ook kostte het meer tijd om de projecten voor toegankelijkheid uit te voeren. Dit verklaart circa 40% van het overschot. De overige overschotten zijn ook grotendeels coronagerelateerd. Hieronder worden de verschillen per onderdeel toegelicht.

Steunpakket Sociaal Welbevinden (€ 2,8 mln. V / I)
In de maartbrief 2021 heeft het Rijk als gevolg van de coronacrisis circa € 7 mln. beschikbaar gesteld voor het vergroten van de mentale en sociale weerbaarheid van mensen, waarvan € 4,8 mln. gepland is op het onderdeel participatie, zorg en welzijn. Omdat de middelen medio 2021 beschikbaar kwamen, zijn deze niet allemaal in 2021 besteed.

Toegankelijkheidsmiddelen (€ 1,0 mln. V / I)
Dit gaat on middelen voor toegankelijkheid vanuit het coalitieakkoord voor samenspelplekken en een bankjesplan, de openbare ruimte, blindengeleidelijnen en een bewustwordingscampagne. Deze zijn in 2021 gestart en worden in 2022 afgerond.

Effecten corona en subsidieregeling (€ 2,1 V / I)
Als gevolg van corona zijn minder subsidieaanvragen binnengekomen dan verwacht. Daarnaast zijn sommige projecten uitgesteld of niet doorgegaan door de coronamaatregelen. Zo is de pilot Uitbreiding mantelzorgondersteuning op de Servicepunten XL uitgesteld tot de coronamaatregelen opgeheven worden.  

Onderbesteding subsidiebudget (€ 3,3 mln. V / I)
Dit effect is ontstaan doordat vanwege de financiële onzekerheid in 2021 is gestuurd op het beperken van het aantal afgegeven subsidieverstrekkingen.

Vrijval subsidies (€ 0,3 mln. V/ I)  
Er is sprake van een vrijval van subsidies uit oude jaren van € 0,3 mln.

Zorg en Welzijn   (€ 0,5 mln. V / I)
Er is sprake van een voordeel van € 0,5 mln. omdat er onder andere minder subsidieaanvragen zijn binnengekomen voor de subsidieregeling voor vrijwilligersinitiatieven. Daarnaast heeft het Rijk in de meicirculaire 2021 heeft het Rijk als gevolg van de coronacrisis extra middelen beschikbaar gesteld ter ondersteuning van de dorps- en buurthuizen.

Emancipatie

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Rekening 2021

1.180

54

1.127

N

Begroting 2021

1.393

0

1.393

N

Resultaat

213

V

54

V

266

V

Toelichting op lasten en basten
In 2021 is voor de activiteit Emancipatie € 0,3 mln. uitgegeven aan subsidies. Daarvan gaat het voornaamste deel van circa € 0,2 mln. naar COC Haaglanden. De rest van de middelen is besteed ter ondersteuning van diverse initiatieven op het gebied van vrouwen- en queer-emancipatie, zoals diverse bijeenkomsten en initiatieven.

Toelichting financieel resultaat Emancipatie            € 0,3 mln. V / I

Geen toelichting.

Vastgoedbeheer

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Rekening 2021

4.131

6.998

2.867

V

Begroting 2021

4.438

6.982

2.544

V

Resultaat

307

V

16

V

323

V

Toelichting op lasten en basten
In 2021 is voor de activiteit Vastgoedbeheer € 4,1 mln. aan lasten gerealiseerd voor het beheer van accommodaties. Daarnaast is € 7,0 mln. aan baten gerealiseerd met de verhuur van deze accommodaties.

Toelichting financieel resultaat Vastgoedbeheer            € 0,3 mln. V / I

Eigenaar en participatie (€ 0,7 mln.  V/ I)
De uitgaven op het onderhoud waren € 0,9 mln. lager dan begroot. Daarnaast was er een nadeel van € 0,2 mln. Dit zijn exploitatielasten en huisvestinglasten. Per saldo levert dit een voordeel op van € 0,7 mln.

Zorg en opvang (€ 0,4 mln.  N/ I)
De exploitatielasten waren € 0,3 mln. hoger dan begroot. Daarnaast was er een nadeel van € 0,1 mln. op de kapitaallasten van nieuwe investeringen. Per saldo is dit een nadeel van € o,4 mln.

Reserves, voorzieningen en investeringen

 

bedragen x € 1.000

Reserves (begroting vs. realisatie)

Begroting 2021

Rekening 2021

Saldo

Toevoeging

Onttrekking

Vrijval

Toevoeging

Onttrekking

Vrijval

afwijking

Zorg en Innovatie

0

2.500

0

0

2.500

0

0

Maatschappelijk Opvang

0

2.600

0

0

0

0

2.600

Verzachtingsgelden Wmo en Jeugdhulp

3.000

18.053

0

3.000

15.000

0

3.053

Regiofunctie Maatschappelijke opvang, Vrouwenopvang en Ambulancezorg

8.867

16.346

0

8.100

5.710

0

9.869

Totaal

11.867

39.499

0

11.100

23.210

0

15.522

 
Reserve Zorg en innovatie
Met het Innovation Quarter zijn afspraken gemaakt om een Zorg Innovatie Fonds voor het sociaal domein op te richten. Dit wordt gedaan door een storting in het totale fondsvermogen van Innovation Quarter. Hierdoor komt cofinanciering van het Rijk beschikbaar. Vanwege het regioverband met alle betrokken aandeelhouders van Innovation Quarter is hier een overschrijding ontstaan.

Reserve Maatschappelijke opvang
Vanwege de onderbesteding op programma 8 hoefde in 2021 geen beroep gedaan te worden op de reserve Maatschappelijke opvang.

Reserve Regiofunctie maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en ambulancezorg
Bij de begroting is € 8,9 mln. aan de reserve toegevoegd: € 8,1 mln. voor maatschappelijke opvang voor de aanpak van daklozenproblematiek en € 0,8 mln. voor de regiofunctie vrouwenopvang vanuit de decembercirculaire 2020. De onttrekking voor de reserve Regiofunctie vrouwenopvang is conform begroting € 1,1 mln. Voor de reserve Regiofunctie maatschappelijke opvang zou € 15,2 mln. worden onttrokken. De daadwerkelijke onttrekking is € 4,6 mln. De onttrekking is lager omdat projecten later zijn gestart en/ of vertraging hebben opgelopen door corona. Het betreft projecten die in lijn zijn met het tienpuntenplan maatschappelijke opvang. Dit wordt ingezet aan de hand van 3 pijlers: het voorkomen van instroom in de opvang, het verbeteren van de opvang en het verhogen van de uitstroom. De projecten worden in 2022 afgerond, het restant van de middelen in de reserve van € 11,6 mln. zal dan worden onttrokken.

Reserve Verzachtingsgelden Wmo en Jeugdhulp
De toevoeging van € 3 mln. heeft plaatsgevonden conform de begroting. In 2021 is besloten € 15,0 mln. te onttrekken aan deze reserve voor gemeente brede knelpunten. Gezien het resultaat op programma 8 is er € 3,053 mln. minder onttrokken dan begroot.

bedragen x € 1.000

Voorzieningen (begroting vs. realisatie)

Begroting 2021

Rekening 2021

Saldo

Toevoeging

Aanwending

Vrijval

Toevoeging

Aanwending

Vrijval

afwijking

Voorziening Schenking bevolkingsonderzoek

0

91

0

0

0

0

91

Totaal

0

91

0

0

0

0

91

bedragen x € 1.000

Investeringen MIP

Begroting 2021

Rekening 2021

Afwijking

Totaal

Derden/
Voorz.

Gem.
aandeel

Totaal

Derden/
Voorz.

Gem.
aandeel

Totaal

Economisch nut:

Beheer en exploitatie CJG

3.684

0

3.684

272

0

272

-3.412

Cliënt Volg Systeem

1.000

0

1.000

1.215

0

1.215

215

Digitaal Gezinsdossier

400

0

400

0

0

0

-400

Zorg en Opvang

0

0

0

1.340

0

1.340

1.340

Totaal

5.084

0

5.084

2.827

0

2.827

-2.257

De onderbesteding bij ‘Beheer en exploitatie CJG’ wordt verklaard doordat bij twee projecten er vertraging hebben opgelopen in het aanbestedingstraject. Er is sprake van een niet gelukte aanbesteding en er is sprake van vertraging bij de contractvorming bij de aannemer.

De overbesteding bij Zorg en Opvang wordt verklaard doordat de dekking voor de realisatie van Tiny Houses aan de Henri Faasdreef (RIS308710) pas na de begrotingsactualisatie is besloten. Bij de komende begrotingsactualisatie wordt deze in het MIP opgenomen.

Deze pagina is gebouwd op 01/18/2024 10:50:35 met de export van 01/18/2024 10:42:27